Waarom dit onderzoek?

Angiotensin-converting enzyme (ACE)-remmers kunnen de glomerulaire filtratiesnelheid en de urineproductie verlagen, – voornamelijk bij de start van de behandeling. Een verlaagde urineproductie is een risicofactor voor urineweginfecties (UWI). Uit eerder onderzoek blijkt dat volwassenen met micro-albuminurie na de start van ACE-remmers een verhoogd risico op UWI lopen.1 Het is de vraag of dit ook geldt voor de algemene populatie. 

 

Onderzoeksvraag

Wat is het risico op UWI na het starten met ACE-remmers in de algemene populatie?

 

Schermafbeelding 2014-01-18 om 11.05.26 

 

Hoe werd dit onderzocht?

Dit is onderzocht met prescriptiegegevens van 2006 tot 2011 uit de Groningse InterAction Database (IADB.nl). Patiënten werden geselecteerd als ze zowel startende gebruikers waren van nitrofurantoïne als van ACE-remmers. Nitrofurantoïne is het eerste keus antibioticum bij UWI. De adjusted sequence ratio (ASR) is berekend door het aantal patiënten dat eerst ACE-remmers kreeg en binnen vier weken daarna nitrofurantoïne, te delen door het aantal dat eerst nitrofurantoïne gebruikte en vervolgens ACE-remmers. Als controle werd dezelfde ratio voor bètablokkers berekend om te kijken of het effect specifiek was voor ACE-remmers en om te onderzoeken of het mogelijke mechanisme achter de verhoging van UWI gerelateerd is aan het renine angiotensine-aldosteron systeem (RAAS) – bètablokkers werken namelijk ook in op dit systeem.2 

 

Belangrijkste resultaten

In totaal zijn 22.959 gebruikers van ACE-remmers geanalyseerd. Hiervan zijn 161 patiënten met zowel een ACE-remmer als nitrofurantoïne gestart. Het aantal patiënten dat eerst met een ACE-remmer startte was 101, terwijl 60 patiënten eerst met nitrofurantoïne startten. Dit resulteert in een ASR van 1,68 (95% BI 1,21-2,36). Deze ASR bevestigt de hypothese dat na het starten van een ACE-remmer een verhoogde kans is op UWI. Het onderzoek toont geen associatie tussen bètablokkers en UWI. In figuur 1 is ook goed te zien dat binnen een maand na het starten van een ACE-remmer relatief veel UWI optreden.2

Figuur 1: Precriptie-assymmetrie van de nitrofurantoinevoorschriften binnen zes maanden voor en na de start met ACE-remmers (n=738).

 

Belangrijkste conclusies

Uit dit onderzoek blijkt dat een significant aantal patiënten nitrofurantoïne krijgt voorgeschreven na het starten met ACE-remmers. Dit onderbouwt de hypothese dat het risico op urineweginfecties dan is verhoogd. 

 

Consequenties voor de praktijk

Uit dit onderzoek blijkt niet wat het absolute risico op urineweginfecties is voor de individuele patiënt. Als uit vervolgonderzoek blijkt dat het absolute risico hoog is, is het mogelijk nuttig om bij de eerste uitgifte van ACE-remmers preventieve maatregelen te adviseren. 

 

Bronvermelding

1Pouwels KB, Visser ST, Hak E. Effect of pravastatin and fosinopril on recurrent urinary tract infections. J Antimicrob Chemother 2013;68(3):708-714.

2Pouwels KB, Visser ST, Bos HJ et al. Angiotensin-Converting Enzyme Inhibitor Treatment and the Development of Urinary Tract Infections: A Prescription Sequence Symmetry Analysis. Drug Saf 2013;36:1079-1086.