‘Ja maar,’ zal het meteen weer uit zorgverlenershoek klinken, ‘wat als de patiënt zijn smartcard vergeet of bewusteloos het ziekenhuis wordt binnengebracht?’ Daar zit wat in. Er zullen zich situaties voordoen waarbij het LSP handiger zou zijn geweest. Maar laten we het verantwoordelijkheidsgevoel van de patiënt ook weer niet onderschatten, het aantal bewustelozen op de eerste hulp niet overschatten en vooral het aantal mensen dat zich níet voor het LSP heeft aangemeld niet vergeten!

De Radboud Universiteit Nijmegen is al bezig met de ontwikkeling van de smartcard genaamd IRMA: I Reveal My Attributes. De kaart bevat geen identiteit, maar persoonlijke gegevens, attributen genaamd. Bij verlies kan er derhalve geen misbruik van gemaakt worden. De eigenaar bepaalt zelf wie welke gegevens op de kaart mag gebruiken. 

Dat OZIS op korte termijn moet verdwijnen staat inmiddels vast. Ik voorspel ook de teloorgang van het LSP binnen enkele jaren. IRMA gaat het wat mij betreft helemaal maken. Het concept en de mogelijke functionaliteiten zijn goed uitgedacht en sluiten perfect aan bij het huidige sentiment over privacy en zelfbeschikking. Er is één minpuntje: de overheid zit erachter. En we weten hoe succesvol de overheid over het algemeen is in haar ICT-projecten…

 

Jos Lüers, hoofdredacteur 

 

GELEZEN

 Placebo houdt je voor de gek

 

 

weetniet

Het placebo-effect is een welbekend fenomeen waarvan vaak gebruik gemaakt wordt in wetenschappelijk onderzoek. Recent is er een onderzoek gedaan bij 66 migrainepatiënten waarbij verschillende informatie is gegeven over medicatie die deze patiënten innamen bij een aanval. De gedachte hierachter was dat het geneesmiddel beter werkt als er positieve informatie bij gegeven wordt. 

Alle deelnemende patiënten kregen zes enveloppen met een gelabelde pil. Op de envelop stond of het ging om een placebo of werkzame pil (10 mg rizatriptan), of dat het placebo of werkzaam (neutraal) kon zijn. Echter niet alle enveloppen waren correct gelabeld. Een van de enveloppen gelabeld met placebo bevatte rizatriptan, en andersom. Bij een migraineaanval kon de patiënt na dertig minuten een pil innemen en twee uur later een pijnscore registreren. Daarnaast ondergingen alle patiënten een aanval zonder behandeling gedurende de eerste 2,5 uur, waarna een pijnscore gemeten werd. Op basis hiervan werd een uitgangspijnscore vastgesteld. Wanneer placebo aangegeven was, werd nog een afname van 26,1% in de pijnscore gezien, bij de neutrale labeling was dit 40,1%, en bij rizatriptan 39,5%. 

Hoewel het een vrij klein onderzoek betrof, bleek een placebopil, waarbij aangegeven was dat het een werkzame pil was, significant niet slechter te scoren dan een werkzame pil die het label placebo meegekregen had. En zelfs het innemen van een tablet, waarvan patiënten wisten dat het een neppil was, zorgde voor een significante afname in de pijnscore waarbij de pijn na 2,5 uur was toegenomen wanneer niet behandeld. Hoewel de neutrale informatie een goed effect laat zien, blijkt uit deze studie wel dat het geven van negatieve informatie de werkzaamheid van een middel kan beïnvloeden. 

Bron: Kam-Hansen S, Jakubowski M, Kelley JM, Kirsch I, Hoaglin DC, KaptchukTJ, Burstein R. Altered Placebo and Drug Labeling Changes the Outcome of Episodic Migraine Attacks. Sci Transl Med 8 January 2014: Vol. 6, Issue 218, p. 218ra5.

 

 

 

 

 

 

 

DE KANTTEKENINGEN

 

Sitagliptine 

foeiIn december was er door MSD reclame geplaatst voor het geneemiddel sitagliptine (Januvia®) een DDP-4-remmer. Hierbij werd gesuggereerd, door een banner ‘Nu in NHG-standaard’, dat deze in de NHG-standaard wordt genoemd als middel van keuze in het standaardbeleid bij diabetes type II. Echter, dit wordt alleen genoemd als reservemogelijkheid wanneer er met andere middelen niet wordt uitgekomen. Naar aanleiding van deze reclame is door de NHG een klacht ingediend. Ook volgens de Code Geneesmiddelreclame was deze reclame niet correct. Inmiddels heeft MSD deze misstap toegegeven en heeft de reclame aangepast.