Schrik niet, dit stukje gaat niet over relationele problemen, maar over een thema dat ons al jarenlang bezighoudt in de apotheek: de scheiding van logistiek en zorg.

Het liefst zouden we als apothekers betaald worden voor onze zorgtaken, maar in één adem wordt hierbij meestal genoemd dat we de geneesmiddeldistributie ook willen blijven onderhouden. Immers de meest natuurlijke momenten om zorg te verlenen zijn die momenten waarop de patiënt voor diens medicatie in de apotheek komt, vinden we.

Maar is dit wel zo? De uitgiftebegeleiding is in menig apotheek een zorgenkindje. Als belangrijkste redenen hiervoor worden vaak privacyproblemen en tijdgebrek genoemd, zowel bij de drukke apotheekmedewerker als bij de haastige patiënt die al te lang op zijn doosje heeft staan wachten. Hoezo is de koppeling van zorgverlening aan de verstrekking dan zo logisch?

Ik wil ervoor pleiten de verstrekking en de begeleiding fysiek te scheiden. Geef patiënten bij de eerste uitgifte van een nieuw middel uitsluitend schriftelijke informatie mee en spreek af na één of twee dagen telefonisch of via Skype contact te hebben. De patiënt kan er dan de tijd voor nemen en kan de informatie beter koppelen aan het geneesmiddel. Stuur enkele dagen vóór een tweede uitgifte van een geneesmiddel-voor-chronisch-gebruik een geautomatiseerde evaluatie-e-mail en neem telefonisch of per e-mail contact op met de patiënt indien de reacties hiertoe aanleiding geven. Zorg daarnaast voor een elektronisch patiëntdossier, waar de patiënt via de computer of smartphone toegang tot heeft en waar alle relevante informatie over zijn ziektebeeld, labwaarden en geneesmiddelen in terug te vinden is en biedt diverse mogelijkheden voor interactie.

De laatste jaren is veel energie gestoken in de optimalisering van het logistieke proces. Daarom is het nu de hoogste tijd om serieus werk te maken van de zorgverlening. Door deze te scheiden van de uitgifte kan er beter gebruik worden gemaakt van de technologische mogelijkheden waarmee patiënten inmiddels vertrouwd zijn.

Jos Lüers, hoofdredacteur

oktober 2015