Cardiovasculair veiligheidsprofiel van emagliflozine bij diabetes type 2-patiënten met een hoog risico op hart- en vaatziekten

Halime Sayilir en Mandana Tadayon, apothekers in opleiding tot specialist


Waarom dit onderzoek?
Het is niet overtuigend aangetoond dat het verlagen van de bloedglucose leidt tot minder cardiovasculaire gebeurtenissen en sterfte. Daarnaast zou intensieve verlaging van de bloedglucose en het gebruik van bepaalde antidiabetica geassocieerd zijn met ongunstige cardiovasculaire gevolgen. Het cardiovasculaire veiligheidsprofiel van empagliflozine – een natriumglucose-cotransporter 2 (SGLT2)-remmer – bij patiënten met diabetes mellitus type 2 (DM2) en een hoog cardiovasculair risico is nog onbekend.

Onderzoeksvraag
Wat zijn de effecten van empagliflozine op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit in patiënten met DM2 en een hoog cardiovasculair risico die zorg volgens de geldende richtlijnen ontvangen?

Hoe werd dit onderzocht?
De studie was gerandomiseerd, dubbelblind en placebo-gecontroleerd. In totaal werden 7028 patiënten uit 42 verschillende landen met DM2 én hart- en vaatziekten in een verhouding van 1:1:1 gerandomiseerd in drie groepen. De patiënten ontvingen 10 of 25 mg empagliflozine per dag of placebo. Het betrof volwassen patiënten met een BMI van ≤45, een MDRD van minimaal 30 ml/min/1,73 m2 en een HbA1c van minimaal 7% (53 mmol/mol) en maximaal 10% (86 mmol/mol). De mediane behandelduur was 2,6 jaar en de mediane observatieperiode betrof 3,1 jaar.

Belangrijkste resultaten
Het primaire eindpunt was samengesteld uit sterfte door cardiovasculaire oorzaken, niet-fatale myocardinfarcten en niet-fatale beroertes. In de gepoolde interventiegroep kwam het primaire eindpunt in 10,5% van de patiënten voor, ten opzichte van 12,1% in de placebogroep. Dit was een statistisch significant verschil (hazardratio [HR] 0,86; 95% BI 0,74-0,99; p=0,04 voor superioriteit). In vergelijking met placebo resulteerde het gebruik van empagliflozine in significant minder sterfte door cardiovasculaire oorzaken (relatieve risicoreductie [RR] 38%), ziekenhuisopnames door hartfalen (RR 35%) en totale sterfte (RR 32%). Er werd geen significant verschil gevonden voor het optreden van myocardinfarcten en beroertes. Ook werd geen significant verschil gevonden tussen het aantal ziekenhuisopnames ten gevolge van onstabiele angina pectoris (p=0,08 voor superioriteit). Tot slot kwamen genitale infecties vaker voor bij de patiënten die empagliflozine toegediend kregen.

Belangrijkste conclusies
Bij patiënten met DM2 en een hoog cardiovasculair risico die empagliflozine toegediend kregen naast de standaardtherapie, werd een lagere cardiovasculaire en totale mortaliteit gevonden.

Consequenties voor de praktijk
De studie ondersteunt het gebruik van empagliflozine op de lange termijn ter reductie van het cardiovasculaire risico in DM2-patiënten met een hoog risico op hart- en vaatziekten. De keuze voor de dosering van empagliflozine dient in de praktijk gemaakt te worden op basis van de individuele respons en bijwerkingen. De resultaten kunnen niet geëxtrapoleerd worden voor patiëntpopulaties met andere klinische karakteristieken.

Literatuur
Zinman B, Wanner C, Lachin JM, Fitchett D, Bluhmki E, Hantel S et al. Empagliflozin, Cardiovascular Outcomes, and Mortality in Type 2 Diabetes. N Engl J Med 2015;373:2117-2128.