Stoppen-met-roken-medicatie geeft geen verhoogd risico op cardiovasculaire bijwerkingen

Ayse Dogdu en Ellen Drijver, apothekers in opleiding tot specialist
augustus 2018

Waarom dit onderzoek? 
Stoppen met roken is de beste manier om cardiovasculaire gezondheid te beschermen en te verbeteren. Echter, eerdere studies suggereren dat medicatie om te stoppen met roken, zoals varenicline en bupropion, een verhoogd risico op cardiovasculaire aandoeningen geeft. Dit kan artsen ervan weerhouden om in deze medicatie voor te schrijven.

Onderzoeksvraag 
Wat is de cardiovasculaire veiligheid van medicatie om te stoppen met roken, waarbij varenicline, bupropion, nicotinepleisters en placebo worden vergeleken?

Hoe werd dit onderzocht?
In het onderzoek werden 8058 patiënten geïncludeerd van 18 tot 75 jaar, die tien of meer sigaretten per dag rookten en wilden stoppen met roken. Deze patiënten werden maximaal twaalf weken behandeld met tweemaal daags 1 mg varenicline, tweemaal daags 150 mg bupropion, 21 mg per 24 uur nicotinepleisters of placebo. In een gerandomiseerd, dubbelblind, triple dummy, placebo- en actief gecontroleerd onderzoek werd de cardiovasculaire veiligheid van de behandelingen onderzocht. Het primaire eindpunt was de tijd tot het ontstaan van een belangrijke ongunstige cardiovasculaire gebeurtenis (major adverse cardiovasculair event, MACE). De geobserveerde tijd was tijdens de behandeling, tot dertig dagen erna, en tot 52 weken na de start. Het secundaire eindpunt was de incidentie van alle MACE’s en de evaluatie van andere cardiovasculaire ziektes (MACE+), zoals ernstige hartritmestoornis of instabiele angina pectoris. Er werd gecorrigeerd voor de ernst van reeds aanwezige cardiovasculaire aandoeningen op basis van Framingham-score. Acute of instabiele hart- en vaatziekten waren contra-indicaties voor deelname aan het onderzoek.

Belangrijkste resultaten 
Er werd geen significant verschil in het primaire eindpunt gevonden voor varenicline (HR 0,29; BI 95% 0,05-1,68), noch voor bupropion (HR 0,50; BI 95% 0,10-2,50), noch voor nicotinepleisters versus placebo tijdens de behandeling. Vergelijkbare cijfers werden bepaald voor de dertig dagen en 52 weken na de behandeling. Hetzelfde geldt voor de tijd tot ontstaan van MACE+. De incidentie van MACE en MACE+ was laag onder alle behandelgroepen en onderzoeksperioden. Het risicoverschil voor MACE en MACE+ tijdens alle onderzoeksperioden toonden geen significante verschillen tussen varenicline, bupropion of nicotinepleisters versus placebo. Vergelijkbare resultaten waren behaald voor vergelijkingen van varenicline met bupropion en nicotinepleisters.

Belangrijkste conclusies
Uit deze studie blijkt dat er geen verhoogd risico op hart- en vaatziekten of cardiovasculaire gebeurtenissen is bij het gebruik van medicatie voor het stoppen met roken onder een algemene populatie van rokers.

Consequenties voor de praktijk 
Het voordeel van de verbetering van de cardiovasculaire gezondheid bij een algemene populatie van patiënten, die gestopt zijn met roken, is groter dan het risico van het optreden van hart- en vaatziekten, veroorzaakt door de medicatie voor het stoppen met roken. De bevindingen uit deze studie ondersteunen eerder gepubliceerde bevindingen uit meta-analyses en onderzoeken bij rokers met hart- en vaatziekten. Om deze reden hoeven artsen niet weerhouden te worden van het voorschrijven van deze medicatie. Echter, in deze studie werden rokers met acuut of instabiele hart- en vaatziekten uitgesloten, waardoor conclusies met betrekking tot deze populatie niet getrokken kunnen worden.

Literatuur
Benowitz NL, Pipe A et al. Cardiovasculair Safety of Varenicline, Bupropion, and Nicotine Patch in Stokers. A Randomized Clinical Trial. JAMA Intern Med 2018, Published online April 9, 2018.