Verhoogde mortaliteit bij protonpompremmers

Bita Vahdatzade en Rik de Vries, apothekers in opleiding tot specialist
september 2019

Waarom dit onderzoek? 
Protonpompremmers worden veel gebruikt. Ze zijn verkrijgbaar op recept en in de vrije verkoop. Eerder onderzoek suggereert dat gebruik kan leiden tot ernstige bijwerkingen en een verhoogde mortaliteit. De wijze waarop protonpompremmers deze verhoogde mortaliteit veroorzaken, is nog niet opgehelderd.

Wat zijn de onderzoeksvragen? 
Is er een verhoogde mortaliteit bij gebruik van protonpompremmers? Wat zijn de oorzaken van sterfte, en welke kunnen specifiek aan deze middelen worden toegeschreven?

Hoe werd dit onderzocht?
In een longitudinale cohortstudie werden 21.4467 nieuwe gebruikers van protonpompremmers (omeprazol en rabeprazol) uit de Amerikaanse Veteranen Database geïncludeerd en gedurende tien jaar gevolgd. De Amerikaanse Nathional Death Index werd gebruikt om datum en oorzaak van overlijden vast te stellen. Sterfte-oorzaken werden geclassificeerd op basis van de ICD-10 (International Classification of Diseases, 10th revision) met als belangrijkste: vaatziekten, neoplasme, urogenitale en infectie/parasitaire ziekten. Deze oorzaken werden verder gespecifieerd in een subgroep: cardiovasculaire ziekte, gastro-intestinale kanker, clostridium en chronische nierziekte, aangezien dit gedocumenteerde bijwerkingen zijn van protonpompremmers.

Belangrijkste resultaten
Per duizend gebruikers van maagbeschermers zijn er 45,20 (28,20-61,40) meer sterfgevallen ten opzichte van niet-gebruikers. De belangrijkste oorzaken van deze sterfte zijn: vaatlijden (17,47; 5,47-28,80), neoplasme (12,94; 1,24-24,28), urogenitale ziekten (6,25; 3,22-9,24) en infectie/parasitaire ziekten (4,20; 1,57-7,02). In de subgroep zijn de belangrijkste oorzaken: cardiovasculaire ziekten (15,48; 5,02-25,19) en chronische nierziekte (4,19; 1,56-6,58). Gastro-intestinale kanker (1,72; -0,15 - 3,74) en clostridium (0,65; -0,18 - 1,7) laten geen verhoogde sterfte zien. De subgroep is ook onderzocht wanneer er geen gedocumenteerde indicatie is voor een protonpompremmer. Hier zijn cardiovasculaire ziekten (22,91; 11,89-33,57), chronische nierziekte (4,74; 1,53-8,05) en gastro-intestinale kanker (3,12; 0,91-5,44) de oorzaken van sterfte.

Belangrijkste conclusies
Het gebruik van protonpompremmers is gerelateerd aan ernstige bijwerkingen en verhoogde mortaliteit ten opzichte van niet-gebruikers. Deze verhoogde mortaliteit is geassocieerd met cardiovasculaire ziekte en chronische nierziekte. Wanneer er geen indicatie is voor een protonpompremmer, dan is ook gastro-intestinale kanker een oorzaak. Protonpompremmers moeten daarom alleen gebruikt worden op strikte indicatie en niet langer dan nodig is.

Consequenties voor de praktijk 
Protonpompremmers vormen in Nederland de hoeksteen van de behandeling en preventie van reflux en maagschade. De vrije verkoop en opname van deze middelen in vele pijnbestrijdingsprotocollen werken overgebruik in de hand. De bijwerkingen op de lange termijn worden vaak onderschat. De onderzoekspopulatie uit deze studie bestaat uit oudere Amerikaanse mannen uit de veteranendatabase. Deze is dan ook niet zonder meer te generaliseren op de Nederlandse situatie. Echter, de specifieke sterfte-oorzaken als gevolg van het gebruik van protonpompremmers tonen aan dat artsen en apothekers voorzichtiger moeten zijn met het voorschrijven en verstrekken van deze middelen.

Literatuur
Xie Y, Bowe B, Yan Y, Xian H, Li T, Al-Aly Z. Estimates of all cause mortality and cause specific mortality associated with proton pump inhibitors among US veterans: cohort study. Br Med J 2019 May 29;365:l1580. doi: 10.1136/bmj.l1580.