R-getal

‘Elk nadeel heb z’n voordeel,’ zei eens een beroemd filosoof. Zijn gelijk blijkt opnieuw, want dankzij de coronapandemie is het wiskundig en statistisch inzicht van veel mensen plotseling sterk verbeterd. De verschillen tussen lineaire en exponentiële groei hoeven niet meer te worden uitgelegd bij grafiekjes over ziekenhuisopnames en sterftecijfers, het verband tussen de druppelsnelheid van een aerosol en de anderhalve meter afstand lijkt duidelijk en de boodschap dat het R-getal onder de 1 ligt, verbetert de nachtrust en het consumentenvertrouwen. Nog even en heel Nederland haalt met twee vingers in de neus een dikke voldoende op de door velen eens gehate rekentoets.
Kunnen we deze kennis en vaardigheden, die nu ook door een groot deel van onze patiënten wordt beheerst, niet dankbaar gebruiken in de zorg? Is het verschil tussen een absolute en relatieve vermindering van het risico nu duidelijk? Krijgen we vragen aan de balie over het number needed to treat in relatie tot het number needed to harm van de nieuwe behandeling?
Medische behandelingen zijn vaak omgeven door ingewikkelde statistieken over bijvoorbeeld de relatie tussen therapietrouw en effect en het totaal aan beïnvloedbare risicofactoren dat het succes van een therapie bepaalt.
Wanneer we erin slagen deze kennis beter over te dragen, zal ook de effectiviteit van geneesmiddelgebruik toenemen. Dat onze patiënten dit niet begrijpen is sinds enkele maanden geen excuus meer. Laten we Jaap van Dissel dus als voorbeeld nemen hoe we dit moeten aanpakken.

Jos Lüers, hoofdredacteur
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
juni 2020