Reclameverslaving

 

 

Daar heb ik gelukkig geen last van: reclameverslaving. Van mij hoeft het ook allemaal niet zo. Toch kijk ik reclame, sterker nog, ik kan niet meer zonder. In mijn ochtendkrant, op de televisie, achterop de bus, in de trein, op het internet, overal wordt het me opgedrongen. Er bestaat zelfs reclame voor reclame. Daarin wordt mij verteld dat mijn ochtendkrant zonder reclame niet meer te betalen is. Da's ook geen reclame. Een muzikant verhaalt in mijn ochtendkrant over het componeren van reclamemuziek. In diezelfde krant lees ik dat een Heineken topman stelt dat mensen geen bier drinken maar marketing, een speciaal soort reclame, nuttigen. Nog diezelfde avond passeert een aaneenschakeling van biercommercials mijn netvlies. Dit is geen drinken meer, maar door de strot geduwd krijgen.

Als mensen geen bier consumeren maar marketing, dan gaat zoiets waarschijnlijk ook op voor tabak en vermoedelijk ook voor nicotinepleisters. Mensen mogen dan wel marketing drinken, roken of plakken, marketing slikken is iets geheel anders. Je zult maar op de bus staan te wachten, terwijl je wordt aangestaard door een onbekende die vindt dat je nodig eens nicotine moet gaan plakken. Dit soort reclame lokt inderdaad uit tot plakken, afplakken wel te verstaan. Maar of je nu met roken gestopt bent of niet, de verslaving blijft: reclameverslaving. Al heb ik daar gelukkig geen last van.

Henkjan Gebben, hoofdredacteur