De kanttekeningen

Alles is relatief?

WEETNIETAlles is relatief, maar MSD wil ons doen geloven dat natriumalendronaat absoluut staat voor fractuurreductie van wervel, pols en heup. Er wordt een studie van Black naar voren gehaald uit 1996; relatief oud vinden we. Er wordt een risicoreductie van fracturen gepresenteerd in de vorm van dobbelstenen met daar de reducties opgedrukt. Dat niet de hoogste, niet de laagste, niet de meest en niet de minst significante reductie boven- of onderaan staan, is relatief onbelangrijk, maar absoluut onduidelijk. Zo zie je maar weer, niet alles is relatief.
 

Nieuw reclamemedium?

 

BELACHELIJKU kent ze wel, de bakken van de groothandel. De één heeft een wat andere kleur dan de ander, maar het doel dat ze dienen is gelijk; namelijk het vervoeren van genees- en hulpmiddelen van groothandel naar apotheek. Daar lijkt verandering in gekomen te zijn. Tot onze verbazing staan de reclame-uitingen niet langer alleen op pennen van artsen, op de kopjes in de koffiekamer en op het fietsshirt van de apotheker. Ze steken niet langer alleen uit prullenmanden en uit de berg ongelezen post. Nee, tegenwoordig vindt men ze ook in de bakken van de groothandel. Ik mag een antwoordkaartje invullen volgens multiple choice model met 'meer goede antwoorden mogelijk'. Graag ontvang ik:

a) meer informatie,

b) een demonstratieverpakking met inhoud,

c) een artsenbezoeker.

Zoals vaker het geval bij multiple choice staat het goede antwoord er niet bij:

d) nooit meer reclame via de bak van de groothandel.
 

Medisch abacadabra in bijsluiter Efudix®crème

 

SLECHTDe laatste jaren is door meerdere industrieën veel aandacht besteed aan de leesbaarheid van hun bijsluiters. Een prijzenswaardige ontwikkeling; het komt, samen met voorlichting door behandelaar en apotheek, de patiëntenvoorlichting ten goede.

De bijsluiter van Roche bij haar Efudix® crème vormt hierop echter een negatieve uitzondering. Termen als 'preneoplastische en neoplastische huidveranderingen', 'applicatie op de huidlaesie', 'seniele keratosen', 'morbus Bowen', 'basaliomen', 'occlusief verband' en 'ulceratie en erosies' kunnen zonder nadere toelichting bij doorsnee-patiënten toch nauwelijks bellen doen rinkelen en leiden tot bewust en juist gebruik van deze crème?

Zou dit exemplaar de laatste in de generatie 'onleesbare bijsluiters' zijn, of zit er nog meer crap in de doosjes?
 

Misser

 

SLECHTIs er en evacuatieplan wanneer er brand uitbreekt in een ziekenhuis?

Is er een rampenplan wanneer er een vliegtuig neerstort op Schiphol?

Is er een reddingsplan wanneer een schip in nood verkeert op de Noordzee?

Is er een communicatieplan wanneer een potentieel gevaarlijk geneesmiddel van de markt moet worden genomen?

In deze vrij zeldzame situaties is een alerte reactie gewenst.

Het twee weken te laat versturen van brieven door de Inspectie op de Gezondheidszorg is in dit geval een absolute misser.


 

Gelezen

Middel tegen verkoudheid eindelijk in zicht?

 

Tot op heden is de wetenschap er niet in geslaagd een remedie te vinden tegen verkoudheid. De moeilijkheid ligt mede in het feit dat er nog geen middel met een acceptabel profiel is gevonden dat actief is tegen de vele variëteiten van de rhinovirussen die vaak de oorzaak zijn van verkoudheid.

Onderzoekers van Agouron Pharmaceuticals hebben afgelopen september de resultaten getoond van preklinische studies met AG7088. Deze stof is ontwikkeld om de activiteit van het 3C-protease-enzym te onderdrukken. Dit enzym is aanwezig in de meeste humane rhinovirussen waar het een cruciale rol speelt in de levenscyclus. In vitro studies bij met rhinovirussen geïnfecteerde humane epitheelcellen, heeft aangetoond dat AG7088 de replicatie van alle 46 geteste rhinovirus-varianten onderdrukte. Eveneens was de stof actief tegen verscheidene picornovirussen, coxsackievirussen en enterovirus 11. Tevens daalden de concentraties van interleukine 6 en 8 alsmede de hoeveelheid gerepliceerd virus in de cellen. Deze effecten werden ook waargenomen tot 24 uur na de infectie met de betreffende rhinovirussen.[1] Augouron is bezig met de voorbereiding van clinical trials met AG7088 eind dit jaar.[2] Of dit een stap in de richting van versneld herstel bij verkoudheid zal opleveren, is natuurlijk de vraag.

Literatuur: 1 Patick AK et al. Evaluation of the antiviral activity of irreversible inhibitors of human rhinovirus 3C protease, a novel target for antiviral intervention. 38th Interscience conference on antimicrobial agents and chemotherapy 1998; sept 24:333.

2 Editorial comment. Inpharma 1998;1159:9.


 

Interferon bèta-1b bij secundair progressieve multipele sclerose

Van de grote Europese trial met interferon bèta-1b bij patiënten met secundaire progressieve multipele sclerose (SP-MS) die begin dit jaar is afgebroken, zijn de bevindingen gepubliceerd. Tot op heden was alleen het effect van interferon bèta bij patiënten met relapsing-remitting multipele sclerose aangetoond (Pharm Sel 1998;14:47-51).

De studie die oorspronkelijk 36 maanden zou duren, is na 24 maanden gestopt. Uit de interim-analyse bleek dat er een significant verschil was ontstaan tussen de behandelde groep en de placebogroep op de Expanded Disability Status Scale (EDSS; neurologische schaal). Uit de nu gepubliceerde gegevens blijkt dat 270 patiënten in de interferongroep en 261 patiënten in de placebogroep zijn geëvalueerd na 33 maanden. De kans om progressievrij te blijven, is in de interferon-groep significant groter. Gunstige resultaten werden ook aangetoond voor de tijd tot het rolstoel-gebonden zijn van de patiënt, het aantal steroïdbehandelingen, ziekenhuisbezoek en MRI-opnames. Dit zou betekenen dat door gebruik van interferon bèta-1b óók bij patiënten met progressieve MS een vermindering van de functionele verslechtering zou ontstaan.

Bij de beoordeling van dit onderzoek blijft de discussie een rol spelen of de EDSS-score, de exacerbatiefrequentie, de kwaliteit van leven en/of MRI-opnames de juiste parameters zijn om de effectiviteit van interferon bèta te meten.

Literatuur: Lancet 1998;352:1491-1497


 

Steeds meer mensen slikken medicijnen

Steeds meer Nederlanders slikken medicijnen. Uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat vorig jaar gemiddeld een op de drie personen in een periode van twee weken door de dokter voorgeschreven geneesmiddelen gebruikte. Sinds 1984 is het aantal slikkers elk jaar met 0,5 procent toegenomen. Tussen 1981 en 1998 zijn Nederlanders bovendien meer zelfzorgmiddelen gaan consumeren. In 1981 slikte 16 procent van de bevolking deze middelen; vorig jaar was dat percentage verdubbeld. Vrouwen zijn grotere consumenten dan mannen: receptgeneesmiddelen worden door 37 procent van de vrouwen gebruikt, tegen 29 procent van de mannen. Bij de zelfzorgmiddelen liggen de verhoudingen niet veel anders: 37 procent van de vrouwen tegen 26 procent van de mannen. In 1997 slikten 43 van de honderd vrouwen in de vruchtbare leeftijd (16-49 jaar) de anticonceptiepil. In 1981 waren nog slechts 27 van de honderd vrouwen pilgebruikster. Uit de CBS-gegevens blijkt verder dat 2,8 miljoen Nederlanders, oftewel 18 procent van de bevolking, vorig jaar een volledig kunstgebit hadden. In 1981 lag dat percentage veel hoger: 32 procent. In de periode 1981-1997 is het aantal personen dat de tandarts bezoekt, gestegen van 8,5 naar 11,5 miljoen. Maar sinds 1993 is het aantal ziekenfondsverzekerden dat naar de tandarts gaat, gelijk gebleven. Het aantal particulier verzekerden bleef gestaag stijgen: met 0,6 procent per jaar vanaf 1981. Het aantal patiënten dat in het ziekenhuis wordt opgenomen, is tussen 1981 en 1998 redelijk stabiel gebleven.

Bron: De Volkskrant, 30 oktober 1998.