actueel

Apotheek Service Punten

GOEDApotheek Service Punten (ASP) - ook wel farmaceutische overdrachtsbalies, transmurale steunpunten of farmaceutische thuiszorg genoemd - hebben tot doel de informatieoverdracht tussen eerste en tweede lijn te verbeteren. Deze informatieoverdracht van gebruik van genees- en hulpmiddelen voor patiënten die opgenomen worden in, respectievelijk ontslagen worden uit het ziekenhuis, vindt plaats tussen de ASP en de openbare apotheek.

In opdracht van de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken (SBA), initiator van de Stimuleringsregeling Farmaceutische Thuiszorg met het doel subsidie te verlenen aan initiatieven op het gebied van de transmurale farmacie, is een onderzoek uitgevoerd naar het functioneren van Apotheek Service Punten. Via telefonische enquêtes onder ziekenhuisapothekers van 94 van de 102 ziekenhuizen (responspercentage 92%) en semi-gestructureerde interviews met betrokkenen bij veertien gerealiseerde projecten (negen projecten met subsidie en vijf projecten zonder subsidie van SBA) zijn vragen gesteld om een indruk te krijgen van de belangrijkste doelstelling: heeft de Stimuleringsregeling geleid tot zorgvernieuwing en bevordering van zorg op maat?

 

Resultaten

In 33 ziekenhuizen is een Apotheek Service Punt aanwezig, dit is 35% van het totaal aantal ziekenhuizen in Nederland. In de overige ziekenhuizen zijn concrete plannen voor het opzetten van een ASP (n=34), zijn de plannen niet doorgegaan (n=8), zijn er geen plannen (n=19) of weet men de stand van zaken niet (n=18).

Tot de kernactiviteiten van het ASP behoren het overdragen van ontslagmedicatie van een patiënt en het opvragen van de medicatiehistorie bij de openbare apotheek. In mindere mate wordt de huisarts geïnformeerd over de ontslagmedicatie en wordt de poliklinische receptuur overgedragen aan de openbare apotheek. Daarnaast wordt door een aantal Apotheek Service Punten directe service verleend aan de patiënt in de vorm van het regelen van machtigingen voor genees- en hulpmiddelen, het geven van voorlichting over geneesmiddelengebruik en het beantwoorden van vragen over geneesmiddelen.

Volgens de meeste respondenten is de kwaliteit van de farmaceutische zorg en de dienstverlening aan patiënten verbeterd. Dit is het gevolg van minder problemen en onduidelijkheden in de ontslagmedicatie die naar de openbare apotheek wordt gefaxt en het snel informeren van de openbare apotheek opdat bijvoorbeeld bijzondere geneesmiddelen tijdig kunnen worden besteld. Het Apotheek Service Punt fungeert als centraal aanspreekpunt.

In een aantal ziekenhuizen krijgt de behandelend specialist een overzicht van de actuele medicatie aangereikt door het ASP, waarop zij, voorzien van hun paraaf, kunnen aangeven welke geneesmiddelen na ontslag gebruikt dienen te worden. Het schrijven van recepten is niet nodig. De huisarts ontvangt van een aantal ASP'en de ontslagmedicatie en is zo beter op de hoogte van het medicatiegebruik van zijn patiënten.

Verbeteringen zijn gewenst op het gebied van de automatisering. Elektronische informatieoverdracht verkleint de kans op fouten. Momenteel vindt de informatieoverdracht voornamelijk plaats via de fax. Als toekomstige ontwikkelingen worden door de respondenten uitbreiding van de activiteiten van het ASP genoemd, zodat de cirkel van de informatievoorziening compleet wordt. Daarnaast worden het deelnemen in eventueel op te richten politheken en de elektronische informatie-uitwisseling tussen ASP, ziekenhuisapotheek en openbare apotheek genoemd als verwachtingen voor de toekomst.

De conclusie van het onderzoek is dat de meeste Apotheek Service Punten goed functioneren. Eventueel ontvangen subsidie blijkt geen invloed te hebben op het succes van een ASP, maar is wel nuttig gebleken in de aanloop van projecten. De doelstelling van de Stimuleringsregeling wordt dus aardig benaderd, met of zonder subsidie!

Het onderzoeksrapport kan besteld worden via Stichting NIVEL (telefoonnummer 030-2729700).

Bron: Signa maart-april 2000, nr. 2, blz. 16-23


 

Reisvaccinaties

FOEI!In een onderzoek van de Consumentenbond naar de kwaliteit van telefonisch advies over vaccinaties onder 50 GGD'en, 23 huisartsen en 24 apothekers, komen de apothekers er niet goed vanaf. Slechts één van de 24 apothekers gaf een goed advies. De helft verwees door naar de GGD, de overige elf gaven een verkeerd advies. Echter, ook de informatie verstrekt door de GGD'en stelde teleur: bijna de helft gaf het goede advies, een aantal verwezen door naar het spreekuur of de vaccinatielijn en de overigen gaven een fout advies. De huisartsen onthielden zich over het algemeen van informatieverstrekking. De meeste verwezen door naar de GGD. De zes huisartsen die wel een advies gaven, deden dit verkeerd. Ook de KLM Travel Clinic verstrekte onjuiste informatie.

Het Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering (LCR) raad aan geen telefonisch advies te verstrekken over vaccinaties en is voorstander van persoonlijk advies gebaseerd op de exacte reisroute, het verblijf, de periode en de persoonlijke gezondheidstoestand van de reiziger.

Advies op maat dus, iets wat ons als apothekers bekend voor zou moeten komen!

Meer informatie: Landelijk Coördinatiecentrum Reizigeradvisering: http://www.lcr.nl

Bron: Consumentengids juni 2000 blz 38-40.


 

Nutteloze medicijnen

GOEDAls Pharma Selecta stellen wij ons onder andere tot doel om met name apothekers objectief te informeren over nieuwe en bestaande geneesmiddelen. Voor de patiënt/consument wordt deze taak met name opgepakt door de Consumentenbond. Deze bracht onlangs een boekje met de titel Medicijnen die je liever niet moet slikken uit, dat eigenlijk in het leeshoekje van de apotheek niet mag ontbreken.

Het boek somt volgens de indeling van het Farmacotherapeutisch Kompas bij alle aandoeningen de middelen op die af te raden zijn. Dit oordeel wordt goed gemotiveerd en tevens worden alternatieven gegeven. Niet geheel onverwachts zijn het vooral veel zelfzorgmiddelen waarvoor volgens de auteurs geen plaats is. De meeste hoestdranken en zuigtabletten moeten het ontgelden, evenals vele middelen tegen aambeien. Van de receptgeneesmiddelen worden met name veel combinatiepreparaten afgeraden. Overigens wordt wel uitdrukkelijk vermeld dat patiënten, die een middel gebruiken dat in het boek voorkomt, daar niet zonder overleg mee mogen stoppen.

Kennis van af te raden geneesmiddelen zou tot de basisbagage van iedere apotheker en apothekersassistent moeten behoren. Het boekje biedt deze kennis in zeer leesbare vorm.

Wil Toenders, Medicijnen die je liever niet moet slikken, mei 2000, Consumentenbond. ISBN 90 215 8699 1.
 

Galenusprijs voor infliximab

WEETNIETOp 23 mei werd in Utrecht de Galenusprijs voor het meest innovatieve en betekenisvolle geneesmiddel van 1999 uitgereikt aan infliximab dat door de firma Schering-Plough onder de merknaam Remicade® op de markt wordt gebracht. Het middel werd uitgebreid besproken in Pharma Selecta nr. 6 van dit jaar en lijkt inderdaad een therapeutische aanwinst te zijn. Toch krijgen wij de indruk dat het uitreiken van de Galenusprijs de laatste jaren als een politiek middel wordt gebruikt om een nieuw medicijn sneller voor vergoeding of een subsidieregeling in aanmerking te laten komen. Dit getuige de subtiele opmerking in het persbericht dat het (exorbitant dure) geneesmiddel "in Nederland uit het ziekenhuisbudget moet worden bekostigd".

Literatuur Pharm Sel 2000;16:31-34.


 

Brochure ADHD en Ritalin®

De laatste tijd is er in de lekenpers zeer veel aandacht geweest voor het ziektebeeld ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) en het geneesmiddel Ritalin®, dat daarbij vaak wordt gebruikt. Met name de aandacht voor misbruik van het middel in het televisieprogramma Zembla, heeft bij veel gebruikers en mogelijke nieuwe gebruikers ongerustheid opgewekt. Om enigszins tegenwicht te bieden aan allerlei informatie die er door de lekenpers over het onderwerp wordt uitgestort, heeft de Wetenschapswinkel Geneesmiddelen van de Faculteit Farmacie van de Universiteit van Utrecht de brochure ADHD en Ritalin® uitgebracht. De brochure is bedoeld voor ouders van een kind met ADHD en anderen in de omgeving van het kind. Er wordt een beschrijving gegeven van het ziektebeeld ADHD en de voors en tegens van het middel Ritalin® komen in patiëntvriendelijke taal aan de orde. De brochure is te bestellen door f 3,50 over te maken op giro 228947, t.n.v. faculteit Farmacie, Utrecht, o.v.v. PUG/00-2, en naam en adres.

 


 

Gelezen

'Open brief aan alle Nederlandse cardiologen'

FOEI!Met deze kop boven een paginagrote advertentie trok Matthias Rath de afgelopen maanden de aandacht voor zijn oordeel over de huidige aanpak van hart- en vaatziekten. Volgens Rath deugt er weinig aan de huidige medicijnen die bij hart- en vaatziekten gebruikt worden. De bijwerkingen zouden het effect van de middelen overschaduwen. De farmaceutische industrie krijgt er van langs en wordt zelfs beticht van "misdaden tegen de mensheid", omdat zij een vitamineverbod zou bepleiten, terwijl vitaminegebrek nu juist de werkelijke oorzaak van hart- en vaatziekten zou zijn. Rath verwijst naar zijn eigen "baanbrekende ontdekkingen" en pleit voor een orthomoleculaire aanpak, zoals het slikken van grote doses vitaminen. Flauwekul natuurlijk, zult u zeggen en de pagina hoofdschuddend omslaan. Maar realiseert u zich eens hoeveel van uw patiënten met een hart- of vaatziekte deze klinkklare nonsens ook zullen lezen en opeens weer valse hoop krijgen op genezing van hun aandoening.

Kan men het een krant kwalijk nemen dat deze advertenties geplaatst worden? Deze zullen uiteraard verwijzen naar de keurende instanties, zoals KOAG/KAG. Helaas werken deze alleen wanneer er sprake is van geneesmiddelreclame, niet bij anti-reclame. De advertenties lijken dus de schaduwzijde van ons recht op vrijheid van meningsuiting te zijn. Gelukkig hebben wij als apothekers nog het recht en de kennis om patiënten eerlijk en deskundig de juiste voorlichting te geven. Helaas is het kalf alweer verdronken...