DE KANTTEKENINGEN

0900-malaria

WEETNIETDe bijzonder innovatieve Service Apotheek lanceerde onlangs wederom een nieuw initiatief. Door te bellen met 0900-malaria (0900-6252742, f 1,50 per minuut) envervolgens de naam van het land van bestemming in te spreken, ontvangt de aanvrager vrijwel per ommegaande de malaria- en vaccinatieadviezen die voor dat land gelden, per SMS op zijn GSM.

Uiteraard nam Pharma Selecta even de proef op de som. Aan de sympathiek klinkende vrouwelijke computerstem werden gefingeerde tropische bestemmingen als Suriname en Kenia opgegeven. Het binnen enkele seconden verkregen advies vergeleken we vervolgens met de adviezen die in de Care Plus Guide van Tropenzorg worden gegeven.

De adviezen blijken niet onjuist, maar verdienen evenmin het predikaat persoonlijk. Ze zijn alleen bestemd voor gezonde mensen die minder dan drie maanden op een niet-avontuurlijke manier op vakantie gaan. Naast een hele rimram aan eventueel benodigde vaccinaties en malariaprofylaxe, krijgen we het advies om ons toch vooral bij de dichtstbijzijnde (Service) apotheek te vervoegen, waar men ons exact schijnt te kunnen vertellen welke middelen we nu ècht nodig hebben.

Een goed initiatief? We zijn er wat sceptisch over. Aan de ene kant is een beetje extra aandacht voor de noodzaak van beschermende maatregelen voor tropenreizigers mooi meegenomen. Temeer daar uit cijfers blijkt dat jaarlijks meer dan een half miljoen reizigers onvoldoende beschermingsmaatregelen treffen voor hun reis. Het initiatief zou de drempel voor het vragen van een advies aanzienlijk kunnen verlagen. Aan de andere kant lijkt 0900-malaria niet veel meer dan een reclame voor de Service Apotheek te zijn. De verkregen adviezen missen diepgang, zodat de cliënt toch nog een bezoekje moet brengen aan de (Service) apotheek.
 

Erectiepleinvrees

 

FOEI!Met de komst van de nieuwe erectiepil Uprima® en nog een drietal soortgelijke middelen in de pijplijn, wordt het binnenkort dringen op de markt voor erectiepillen. Marktleider Pfizer schijnt zich dat te realiseren en probeert op allerlei manieren het onderwerp erectiestoornissen en daarmee haar product Viagra® bij het grote publiek in de schijnwerpers te zetten.

Helaas voor Pfizer zijn de mogelijkheden voor publieksreclame in Nederland, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten, zeer beperkt. Het zoeken naar mazen in de reclamewetgeving leidt soms tot zeer creatieve initiatieven.

Zo is Pfizer sinds kort sponsor van de Stichting Medische Informatie, Literatuur en Educatie (Smile). Deze Stichting lanceerde onlangs de website erectieplein.nl. Volgens een persbericht geeft de site objectieve voorlichting over alle soorten erectiestoornissen en behandelingen, bestemd voor mannen die zich hierin snel en anoniem willen verdiepen.

Een van de initiatiefnemers van Smile is volgens hetzelfde persbericht de huisarts Geert Jan van Daal. Van Daal blijkt echter geen huisarts te zijn, maar medewerker van communicatiebedrijf Benecke. Het diploma basisarts heeft hij wèl op zak. De banden tussen Pfizer en Smile lijken vrij strak te zijn, aangezien beide organisaties ook hetzelfde pr-kantoor delen. Van objectieve informatie is dus waarschijnlijk geen sprake; sluikreclame lijkt een betere benaming.

Erectieplein.nl gaat voornamelijk over de zegeningen van Viagra®. Verder staat als 'tegenprestatie' voor de 'sponsoring' het logo van Pfizer en een afbeelding van een verpakking Viagra® prominent op de site afgebeeld. Ook kunnen we het heugelijke nieuws lezen dat het middel zelfs goed voor het hart is. Het toezicht op informatie die via internet wordt verspreid is helaas nog minimaal. Het wordt hoog tijd dat de patiënt wegwijs wordt gemaakt in de jungle aan objectieve en subjectieve medische informatie op het web. Voor http://www.erectieplein.nl zou het verbodsbord 'verboden te betreden' op zijn plaats zijn.
 

ACTUEEL

Rotacaps uit de handel, betere alternatieven?

 

Met ingang van 1 mei heeft Glaxo Wellcome besloten de Rotacaps uit de handel te halen. Volgens de firma zijn er inmiddels meer patiëntvriendelijke en effectievere toedieningsvormen beschikbaar die de Rotacaps overbodig maken. Om het omzetten niet al te lastig te maken stuurt de firma een 'switchkaart' voor het hele apotheekteam. Handig, kunnen we meteen zien wat de nieuwe toedieningsvorm en dosering voor patiënt X is. Tot zover nog niet al te veel commentaar en vol enthousiasme wordt de brief met switchkaart bestudeerd. Met aangename verbazing wordt geconstateerd dat de Diskus blijkbaar zoveel effectiever is dat één inhalatie Ventolin® 400 Rotacaps gelijk is aan één inhalatie Ventolin® 200 Diskus®. Blijkbaar geldt dit alleen voor de Ventolin 400 Rotacaps, want wanneer men kijkt waarin de Ventolin 200 Rotacaps moet worden omgezet dan blijkt dit ook in Ventolin 200 Diskus te zijn. Rara welk fenomeen is hier aan de hand, is de Diskus zo variabel in zijn afgifte dat 200 of 400 niet meer uitmaakt of zou er stiekem helemaal geen Ventolin 100 Diskus bestaan?

 


 

GELEZEN

Kankerverwekkende zonnebrandcrèmes?

 

Zwitsers onderzoek heeft onlangs veel stof doen opwaaien rondom zonnebrandcrèmes. Uit dit onderzoek is gebleken dat een drietal UV-filters een oestrogeenachtige werking heeft. Toepassing van zonnebrandmiddelen die deze UV-filters bevatten zou mogelijk de kans op (terugkeer van) borstkanker kunnen vergroten.

In Denemarken zijn middelen die één of meer van deze stoffen bevatten al uit de handel genomen, maar in Nederland wil men zo ver (nog) niet gaan. De Keuringsdienst van Waren en het RIVM hebben geconcludeerd dat de gevolgtrekkingen uit het onderzoek te voorbarig zijn: de resultaten zijn afkomstig van in vitro- en dierexperimenteelonderzoek en er is nog niet gekeken naar risico's bij de mens. Toch zetten deskundigen van het Research Instituut Toxicologie (Ritox) vraagtekens bij deze stoffen. Een waarschuwing op het etiket uit voorzorg voor mensen die een hormoonafhankelijke aandoening kunnen krijgen, of tot een risicogroep behoren, zou op zijn plaats zijn.

Het gaat om de stoffen 4-methylbenzylidene camphor, octylmethoxycinnamate (ofwel 2-ethylhexyl-p-methoxycinnamate) en benzophenone-3 (ofwel 2-hydroxy-4-methoxy-benzophenone, of oxybenzone). Het via de apotheek veel op recept verstrekte Contralumen® blijkt onder andere één van deze bestanddelen te bevatten: het methylbenzylideenkamfer. Hoewel er dus geen reden tot paniek is, zou in voorkomende gevallen een alternatief voor Contralumen® gezocht kunnen worden. De UVB-beschermingsfactor is 10. In die sterkte zijn ook diverse andere zonnebrandmiddelen verkrijgbaar, die deze stoffen niet bevatten. Dit zijn onder andere: Vichy® Capital Soleil Factor 10 en Ambre Solaire® Factor 10. De consument zal dan wel zelf in de buidel moeten tasten. Overigens stipt de Consumentenbond aan dat de drie omstreden middelen ook in dag- en zelfs nachtcrèmes kunnen voorkomen.

Bron: Gezond, nieuwsbrief Consumentenbond juni 2001.


 

Infliximab bij psoriasis

In een dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek werd de effectiviteit van infliximab, een monoclonaal antilichaam tegen TNF-± , bij psoriasis bekeken. In totaal deden 33 personen met matige tot zware psoriasis mee. Andere medicatie werd gestaakt. Zij werden verdeeld over drie groepen, één groep kreeg placebo, één groep kreeg infliximab 5 mg/kg en één groep kreeg infliximab 10 mg/kg. Uit elke groep maakte één persoon het onderzoek niet af. In week tien werd beoordeeld of de lesies minder groot waren dan aan het begin van de studie.

Negen van de elf deelnemers in de 5 mg/kg-groep (82%) reageerde goed op de behandeling, vergeleken met twee van de elf (18%) in de placebogroep, een verschil van 64% (CI 20-89). In de 10 mg/kg groep was de respons van tien deelnemers (91%) goed. Verschil met placebo 73% (CI 30-94). Bij de meeste deelnemers trad verbetering na vier weken op. Bijwerkingen kwamen in de infliximabgroepen niet meer voor dan in de placebogroep, met uitzondering van hoofdpijn.

Behalve het aantonen van de effectiviteit van infliximab bij psoriasis, maakt deze studie duidelijk dat TNF-± een grote rol speelt bij psoriasis.

Bron: Lancet 2001;357:1842-1847.


 

Antibiotica in Europa

Analyse van het antibioticagebruik in Europa in 1993 en 1997 laat zien dat de mate waarin antibiotica in de verschillende Europese landen gebruikt worden, zeer verschillend is. Dit geldt zowel voor de hoeveelheden die geconsumeerd worden als voor de verschillende middelen.

Zo blijkt bijvoorbeeld het absolute gebruik, in DDD's per duizend inwoners per dag, in Frankrijk het hoogste te zijn met 36,51 en in Nederland het laagste met 8,96. In elf van de vijftien lidstaten bleek een breed-spectrum antibioticum het meest te worden gebruikt. In Spanje werd dit in 56% van de gevallen gebruikt, in Duitsland in 20%. In Finland werd een tetracycline het meest gebruikt (28%), in Oostenrijk een macrolide (26%) en in Denemarken en Zweden een smal-spectrum antibioticum (40% en 36%).

Bron: Lancet 2001;357.