Verbetering

Nieuwe antitrombotica in aantocht

Veel patiënten met een cardiovasculaire aandoening gebruiken antistollingsmiddelen. Hiermee behoren farmaca die interfereren met de bloedstolling tot de frequentst voorgeschreven middelen. In Nederland is het meest gebruikte middel momenteel de bloedplaatjesaggregatieremmer acetylsalicylzuur, maar ook de coumarinederivaten en de laagmoleculaire heparines (LMWH's) worden veel voorgeschreven. De genoemde middelen zijn helaas in een aantal situaties onvoldoende effectief en zijn gezien de kans op bloedingen ook nog onvoldoende veilig.[1] Genoeg reden dus om te zoeken naar nieuwe antistollingsmiddelen.

Eerder is in dit blad al een artikel verschenen over een nieuw antitromboticum, het pentasaccharide fondaparinux.[2] Inmiddels zijn de trials met het tweede pentasaccharide idraparinux al in volle gang.

Maar er wordt ook hard gezocht naar farmaca met andere aangrijpingspunten binnen de stollingscascade, zoals de directe trombineremmers (factor IIa-remmers). De bekendste remmer van trombine is heparine. Deze remt trombine echter indirect door potentiëring van de inactivatie van trombine door antitrombine.

Het subcutaan toe te dienen melagatran en de orale prodrug ximelagatran, zijn nieuwe directe trombineremmers.

Ximelagatran liet in twee fase III-studies een reductie van de kans op veneuze trombo-embolie (VTE) zien. De eerste studie, de Exulta studie, liet een reductie van VTE zien bij een knievervangende operatie ten opzichte van warfarine (27,6% versus 20,3%, p < 0.005). Er werd geen verschil waargenomen in het aantal bloedingen.

In de tweede studie - de THRIVE III studie - werd aangetoond dat behandeling gedurende achttien maanden met ximelagatran na de standaardbehandeling van zes maanden met LMWH's en coumarinederivaten, bij patiënten met een geschiedenis van veneuze trombo-embolie, een reductie van 84% liet zien ten opzichte van placebo in het aantal recidieven. Ook hier werd geen toename in het aantal bloedingen waargenomen.[3]

Verder onderzoek naar dit middel is nog druk gaande, maar deze resultaten in combinatie met de voorspelbare farmacokinetiek en de makkelijke orale toedieningsvorm zijn veelbelovend.