Actueel

Vaccin tegen baarmoederhalskanker niet in basispakket

Het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) adviseert de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het vaccin Gardasil® tegen het humaan papillomavirus (HPV) niet in de basisverzekering op te nemen. Volgens het college zou het middel beter in een landelijk vaccinatieprogramma opgenomen kunnen worden, omdat vergoeding van het vaccin op individuele basis niet tot de gewenste hoge vaccinatiegraad leidt. Deze is nodig om mensen op grote schaal tegen het virus te beschermen. Medicijnen die zijn opgenomen in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem, worden alleen op verzoek verstrekt en op individuele basis vergoed. Eventuele opname van Gardasil® in het GVS leidt dus niet tot de hoge vaccinatiegraad die nodig is om voldoende bescherming te bieden tegen een infectie met HPV. Momenteel beoordeelt de Gezondheidsraad of Gardasil® opgenomen moet worden in het Rijksvaccinatieprogramma.

Uit diverse onderzoeken is gebleken dat Gardasil® bescherming biedt tegen een aantal typen van het HPV; deze typen veroorzaken 50 tot 70 procent van alle gevallen van baarmoederhalskanker. Op grond hiervan concludeert het CVZ dat Gardasil® een therapeutische meerwaarde heeft voor meisjes en vrouwen die nog niet geïnfecteerd zijn met de betreffende HPV-typen. Opname van Gardasil® in het GVS kost dan echter gemiddeld 35,6 miljoen euro per jaar. De therapeutische meerwaarde is echter niet voldoende voor opname in het GVS; de fabrikant moet ook aantonen dat het middel doelmatig is. Het CVZ concludeert dat de geclaimde doelmatigheid van het HPV-vaccin onvoldoende is aangetoond. De fabrikant heeft hiervoor onder meer een onderzoeksmethode gebruikt die uitgaat van een ideale situatie en niet van een reële. Daardoor zijn de uitkomsten van het onderzoek niet representatief voor de Nederlandse samenleving. Sanofi heeft verbaasd gere-ageerd op het CVZ-advies. Het bedrijf wijst op het afwijkende Nederlandse standpunt. In zes andere landen (waaronder Duitsland en Frankrijk) wordt het vaccin inmiddels wel vergoed.

Persbericht CVZ, 22-05-2007.


 

De kanttekeningen

Savene® - de kosten besparen

Sinds enige tijd is dexrazoxane op de markt voor twee indicaties. Novartis heeft het eerst als Cardioxane® op de markt gebracht met als indicatie preventie van chronische cardiotoxiciteit door antracyclines. Kort daarna registreerde de firma TopoTarget dexrazoxane als Savene® voor de behandeling van antracycline extravasaties. In het laatste geval gaat het om de registratie als weesgeneesmiddel. Een aantal zaken vallen op. Ten eerste het oplosmiddel. TopoTarget levert bij het poeder voor injectie een speciaal oplosmiddel mee om de lage pH van de oplossing te compenseren en thromboflebitis te voorkomen. Novartis doet dit niet, maar geeft als advies verder te verdunnen met Ringerlactaat of 0,16 mol/l natriumlactaat. Ten tweede het prijsverschil tussen beide middelen: Cardioxane® kost

238,50 euro per 500 mg, Savene® 975,00 euro. TopoTarget geeft aan dat de prijs hoger is doordat het aantal patiënten met extravasatie zeer klein is. De onderzoeken die zijn gedaan naar het effect van dexrazoxane bij extravasatie laten spectaculair herstel zien ten opzichte van de andere gangbare behandelingen; chirurgie kan zo vaak voorkomen worden. Het is hiervoor van belang binnen zes uur na extravasatie te starten met het infuus. Gezien de ernst van het beloop van een antracycline extravasatie en het feit dat deze nooit voor honderd procent kan worden voorkomen door middel van goede preventiemaatregelen, wordt door verschillende specialisten aanbevolen tenminste voldoende dexrazoxane in elk ziekenhuis op voorraad te hebben voor één behandeling (5000 mg). Omdat de kans groot is dat deze vervolgens staat te verlopen in de ziekenhuisapotheek, heeft TopoTarget toegezegd de medicatie retour te nemen en gratis te vervangen als deze niet nodig is gebleken.