Niet alleen uw medewerkers, maar ook patiënten hebben vaak compleet andere interesses en achtergronden. Dit kan leiden tot een totaal verschillende perceptie van de werkelijkheid, met de daarbij behorende communicatieproblemen. Het is goed om daarom eens uw blik te verruimen naar voor u minder voor de hand liggende zienswijzen.

Door een tuinierende kennis werd ik onlangs attent gemaakt op het bestaan van de maankalender. Uitgangspunt van deze kalender is dat de maanstand veel invloed heeft op allerlei zaken als de natuur, ons welzijn en onze onderlinge relaties. Rond het verschijnsel volle maan bestaat een groot aantal gebruiken en volksverhalen, variërend van het beste moment voor een romantisch afspraakje tot een vergroot risico op het krijgen van een ongeluk. In de land- en tuinbouw wordt door velen nog steeds belang gehecht aan het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden bij een bepaalde maanstand. Aanhangers van de maankalender geloven ook in een effect van de maan op onze gezondheid. Galsteenkolieken, astma-aanvallen bij kinderen en hartritmestoornissen lijken uit onderzoek vaker voor te komen tijdens volle en nieuwe maan. Het overlijden na hartfalen lijkt zich te clusteren rond het eerste en laatste kwartier van de maan en een spontane klaplong zou vaker voorkomen tijdens het eerste en laatste kwartier. Waar tijdens wassende maan planten beter hun voedingsstoffen opnemen, zou dit ook gelden voor de opname van voedings- en geneesmiddelen bij de mens. In de periode van wassende maan zou het effect van medicijnen en de kans op overdosering dus groter zijn dan tijdens afnemende maan.

Pleit ik voor dosisaanpassing op basis van de maanstand, of voor het meenemen van de maanfase in de multivariate data-analyse bij geneesmiddelonderzoek? Nee, op basis van hard bewijs is hier geen aanleiding voor. Ik pleit echter wel voor het hebben van een open mind. Voor het openstaan voor meningen van mensen die niet-wetenschappelijk zijn opgeleid en die geloven in de krachten van de natuur. En voor het gebruiken van uw eigen boerenverstand.

Komt het misschien toch van pas als we zondagavond op Yvon Jaspers afstemmen.

 

Jos Lüers, hoofdredacteur

 

Gelezen

Nieuwe ontwikkelingen in behandeling melanoom

Het uitgezaaid melanoom is een van de maligniteiten met de slechtste overleving. Ondanks behandeling met chemotherapie is  de gemiddelde overleving minder dan één jaar. Recent is een nieuwe behandeling in de vorm van targeted therapy binnen studieverband beschikbaar gekomen. Van het melanoom heeft vijftig tot zeventig procent een mutatie in het B-RAF eiwit. Deze mutatie leidt tot toegenomen celproliferatie en remming van apoptose, hetgeen sterke oncogene effecten zijn. Een tyrosinekinaseremmer, gericht tegen het transductiemechanisme waarin het B-RAF eiwit onderdeel is, laat veelbelovende effecten zien. Deze vorm van targeted therapy wordt in orale toedieningsvorm tweemaal daags toegediend. In enkele fase 1 en 2 studies en een grote lopende fase 3 studie met 680 patiënten lijkt er een respons rate van 81% te bestaan met in ieder geval een responsduur van meer dan zeven maanden. Op dit moment is dit middel nog niet geregistreerd voor de behandeling van het gemetastaseerd melanoom. Echter, vanwege de ongekend hoge overleving versus de standaardbehandeling met chemotherapie, wordt verwacht dat dit middel snel geregistreerd zal worden als compassionate use en dat de resultaten van de fase 3 studie niet zullen worden afgewacht. Opmerkelijk is dat gebruik van deze therapie in een hoog percentage tot (goed behandelbare) plaveiselcelcarcinomen van de huid leidt.

Literatuur

- Flaherty KT. Inhibition of Mutated, Activated BRAF in Metastatic Melanoma. N Engl J Med 2010;363:809-819.

- Blank CU. De BRIM3-studie een fase III-studie met de BRAF-remmer PLX4032/RO5185426 bij niet-resectabel stadium IIIc- en IV-melanoompatiënten. Nederlands Tijdschrift voor Onclogie 2010;7:79-82.

 

 

Rifaximine, doorbraak in behandeling van IBS?

Het prikkelbaar darmsyndroom (IBS) wordt gekarakteriseerd door langdurige buikpijn en een veranderd ontlastingspatroon. De oorzaak is onbekend. Gedacht wordt dat een van de luxerende factoren een afwijkende samenstelling is van de darmflora.

In twee identieke, Noord-Amerikaanse, dubbelblinde studies (TARGET 1 en 2) werd het effect onderzocht van het slecht resorbeerbare antibioticum rifaximine (Xifaxan®) op de symptomen bij 1260 IBS-patiënten. Deze studies werden mede bekostigd door Salix Pharmaceuticals, de producent van rifaximine. De deelnemers kregen gedurende veertien dagen een dosis van 550 mg rifaximine drie keer per dag of placebo en werden daarna nog tien weken vervolgd. In de rifaximegroep bleek 40,7% na vier weken adequate symptoomcontrole te bereiken versus 31,7% in de placebogroep. Dit is een significant verschil.

Er zijn geen gegevens over een langere follow-up duur. Mede gezien de hoge kostprijs en de kans op het ontwikkelen van resistentie bij de potentiële gebruikers lijkt structurele behandeling met rifaximine bij IBS op dit moment nog niet geïndiceerd. Verder onderzoek is nodig om een effect op de lange termijn aan te tonen en om het snel optreden van resistentie uit te sluiten.

Bron:  Pimentel M et al. Rifaximin Therapy for Patients with Irritable Bowel Syndrome without Constipation.
N Engl J Med 2011;364:22-32.