In een gunstig geval leest hij of zij regelmatig de Nederlandse farmaceutische en medische tijdschriften, die vaste rubrieken hebben over nieuwe ontwikkelingen in de farmacotherapie, zoals het Pharmaceutisch Weekblad, Geneesmiddelenbulletin, Pharma Selecta, het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde en Huisarts en Wetenschap. Het meest actuele / het breaking news / staat echter in de veelal toonaangevende, maar peperdure, Angelsaksische klinische tijdschriften, waar vrijwel geen openbaar apotheker een abonnement op heeft.

 Een andere vraag is, hoe krijgt een pas afgestudeerde apotheker de vaardigheden onder de knie om uit de overstelpende hoeveelheid geneesmiddelnieuws de meest relevante informatie te halen, op zijn merites te beoordelen en hiervan een leesbare samenvatting voor collega€™s te schrijven?

Pharma Selecta en de ApIOS-opleiding (apotheker in opleiding tot specialist), hebben sinds begin dit jaar de handen ineen geslagen om bovenstaande knelpunten in één klap te tackelen. De ApIOS krijgen de opdracht een referaat te schrijven over een recent verschenen medisch-farmaceutisch artikel, dat zorgvuldig is geselecteerd door de ApIOS-coördinator en Pharma Selecta. Het referaat wordt vervolgens inhoudelijk en op leesbaarheid beoordeeld door een ervaren medewerker van Pharma Selecta. De redactie beslist welke referaten voldoende kwaliteit hebben en nieuwswaardig genoeg zijn om voor publicatie in aanmerking te komen.
De plaatsing van de referaten gebeurt in onze nieuwe rubriek Uitgezocht. Hierin treft u dus de eerste publicabele pennenvruchten van aanstormende collega€™s die, bij wijze van een praktische leeropdracht, u als lezer voorzien van interessante en relevante informatie. Met recht kan hier van een win-win-situatie worden gesproken.
Hoewel het lastig is om het echte €˜brekende€™ nieuws via een blad als Pharma Selecta bij u te krijgen met de snelheid die wij in het huidige informatietijdperk gewend zijn, denken wij dat we u door dit nieuwe samenwerkingsverband weer een stap op weg kunnen helpen in een van uw belangrijkste taken: die van geneesmiddeldeskundige bij uitstek.

 

Jos Lüers, hoofdredacteur

 

 

GELEZEN

Ondansetron bij zwangerschapsmisselijkheid
Misselijkheid en braken komen vaak voor tijdens de zwangerschap en wel bij meer dan de helft van alle zwangere vrouwen. Alhoewel de meeste vrouwen hier geen geneesmiddelen voor nodig hebben, wordt toch tien tot vijftien procent behandeld met anti-emetica. Aangezien misselijkheid en braken zich vooral in het begin van de zwangerschap manifesteren, met aanvang tussen drie en acht weken en in de meeste gevallen met pieksymptomen in week zeven tot twaalf, valt het gebruiken van geneesmiddelen vaak samen met de periode waarin de foetus het meest gevoelig is voor teratogene effecten. In de Verenigde Staten is ondansetron uitgegroeid tot de meest gebruikte receptplichtige anti-emeticum. Tussen 2004 en 2008 gaf bijna drie procent van de vrouwen, die waren ingeschreven in de Slone Epidemiology Center Birth Defects Study, aan ondansetron te hebben gekregen tijdens het eerste trimester van de zwangerschap. Ondanks het wijdverbreide gebruik van dit middel, zijn de gegevens omtrent de veiligheid voor de foetus beperkt.
Een nieuwe studie die onlangs werd gepresenteerd in New English Journal of Medicine hebben Deense onderzoekers een historische cohortstudie uitgevoerd. Het doel was meer duidelijkheid te verschaffen over het gebruik van ondansetron tijdens de zwangerschap en of het werd geassocieerd met een verhoogd risico op nadelige effecten op de foetus, gedefinieerd als spontane abortus, doodgeboorte, belangrijke geboorteafwijkingen, vroeggeboorte, een laag geboortegewicht en klein formaat gezien de zwangerschapsduur. Dit zijn de resultaten.
In het cohort van 608.385 zwangerschappen in Denemarken werden vrouwen die werden blootgesteld aan ondansetron en degenen die niet werden blootgesteld, opgenomen in een verhouding van 1 op 4. Daarnaast werden schattingen gecorrigeerd voor ziekenhuisopname voor misselijkheid en braken tijdens de zwangerschap (als proxy voor de ernst) en het gebruik van andere anti-emetica. Ondansetron werd niet geassocieerd met een significant verhoogd risico op een spontane abortus die voorkwam in 1,1% van de blootgestelde vrouwen en 3,7% van de niet-blootgestelde vrouwen tijdens zwangerschapsweek 7 tot 12 (HR 0,49, 95% BI 0,27-0,91) en bij 1,0 en 2,1%, respectievelijk, in de loop van week 13 tot 22 (HR 0,60; 95% BI 0,29-1,21). Ondansetron gaf ook geen significant verhoogd risico op doodgeboorte (0,3% voor blootgestelde vrouwen en 0,4% voor de niet-blootgestelde vrouwen (HR 0,42; 95% BI 0,10-1,73), alle belangrijke geboorteafwijkingen (2,9 en 2,9%, respectievelijk; prevalentie OR 1,12; 95% BI 0,69-1,82), vroeggeboorte (6,2 en 5,2%; prevalentie OR 0,90; 95% BI 0,66-1,25), bevalling van een kind met een laag geboortegewicht (4,1 en 3,7%; prevalentie OR 0,76; 95% BI 0,51-1,13), of bevalling van een kind met een klein formaat gezien de zwangerschapsduur (10,4 en 9,2%; prevalentie OR 1,13; 95% BI 0,89-1,44).
De onderzoekers concludeerden met deze cohortstudie dat de blootstelling aan ondansetron tijdens de zwangerschap niet gepaard gaat met een significante toename van het risico op spontane abortus, doodgeboorte, alle belangrijke geboorteafwijkingen, vroeggeboorte, of baby€™s geboren met een laag geboortegewicht of klein bij de geboorte gezien de zwangerschapsduur. Hoewel ze met deze resultaten niet definitief de bijwerkingen kunnen uitsluiten van ondansetron, zijn de resultaten wel een geruststelling ten aanzien van het gebruik van dit geneesmiddel tegen zwangerschapsgerelateerde misselijkheid en braken.
Bron: Pasternak B, Svanström H, Hviid A. Ondansetron in pregnancy and risk of adverse fetal outcomes. N Engl J Med 2013;368:814-823.