De kanttekeningen

OPG: expanding possibilities

In toenemende mate zit de onderlinge groothandel de apotheker dwars. Is het inmiddels een feit dat OPG apotheken koopt om de omzet veilig te stellen, de laatste wapenfeiten getuigen van een nog breder ingezet beleid. Een beleid dat bepaald wordt door de beursgang van OPG met slechts één doel: een tevreden aandeelhouder. Twee voorbeelden:

In de provincie Groningen heeft OPG-dochter Combicare de opdracht van het Regionaal Ziekenfonds Groningen (RZG) gekregen om alle kunst- en hulpmiddelen te leveren volgens het 'lump-sum'-principe. Combicare gaat zeer binnenkort voor een vastgesteld geoffreerd bedrag de totale incontinentie - naalden, stripjes etc. - leveren aan de RZG-verzekerden. De apothekers worden in deze situatie door het RZG aan de kant gezet (niet eens bedankt voor de jarenlange trouwe dienst). Combicare neemt in deze provincie dus binnenkort de totale omzet uit de apotheek. Voor OPG zal het niet veel uitmaken, de omzet blijft immers binnen het OPG-imperium. Niettemin heeft OPG-Groningen Combicare verzocht met de apothekers te overleggen en een oplossing te vinden voor het doorleveren van incontinentie via de apotheek aan de klant. Een loos gebaar? Waarschijnlijk wel. Voorlopig heeft het nog niets opgeleverd.

Het andere voorbeeld is via een persbericht openbaar gemaakt en u wel bekend. OPG heeft de Collegiale Bereiding in Losser gekocht. Wat er niet bij vermeld werd, is dat deze koop vergezeld is gegaan met de aankoop van twee apotheken. Het was alles of niets. De naam 'Collegiale Bereiding' wordt nu wel erg wrang. Deze uitleg van 'collegiaal' mag ons nog eens uitgelegd worden.

Honderd jaar na oprichting moet de OPG toch eens gaan nadenken over een andere naam; een die niet meer herinnert aan de 'sappelaars' die het bedrijf ooit groot gemaakt hebben.
 

Registratie Trovan® ingetrokken

 

De Europese registratieautoriteiten hebben besloten de registratie van Trovan® (trovafloxacine/alatrofloxacine) voorlopig in te trekken. Op basis van de evaluatie van 140 meldingen inzake het optreden van ernstige leverfunctiestoornissen en leverfalen na Trovan®-gebruik is deze beslissing genomen.

Hiermee is weer eens aangetoond hoe belangrijk post-marketing surveillance is. Als medewerkers in de gezondheidszorg kunnen we hier actief aan meewerken door bijwerkingen van geneesmiddelen te (blijven) melden.
 

Strandstoel over?

 

Waarschijnlijk bent u ook overwerkt en oververmoeid omdat u de laatste tijd zo overactief bezig geweest bent met al die patiënt- en apothekersonvriendelijke bijbetalingsregelingen die de overbekende farmaceutische industrie telkens weer voor ons in petto heeft om deels overbodige middelen een plaatsje te geven in het toch al overvolle geneesmiddelarsenaal dat de arts ter beschikking heeft. Allerminst overdreven dus is het aardigheidje van de firma Pharmacia&Upjohn voor de apothekers die zo genereus hebben meegewerkt aan de overgangsbijbetalingsregeling voor het nieuwe middel van de firma tegen overactieve blaas: een strandstoel. Overigens denken sommige apothekers hier heel anders over. Zij lieten hun overtollige strandstoel bij de overheid bezorgen, bij VWS om precies te zijn. Want wees nu eerlijk, als één groep mensen het verdient om uit te rusten na zo lang apothekertjes te hebben gepestŠ En nu maar hopen dat ze niet overgevoelig reageren.

 


 

gelezen

Antivirale geneesmiddelen

 

Wie zich (weer) wil bijscholen in antivirale therapie moet het artikel Antiviral Drugs uit de New England Journal of Medicine opvragen. Hierin worden de elf antivirale geneesmiddelen, met uitzondering van de HIV-middelen, beschreven die door de FDA zijn geregistreerd.

Toepassing, dosering, eerste-keuzebehandeling, farmacologische eigenschappen, bijwerkingen en nog veel meer, worden in tabellen overzichtelijk weergegeven. De state of the art wordt voor de belangrijkste ziektebeelden toegelicht.

Literatuur: New Engl J Med 1999;340:1255-1268.


 

Feuilleton 'Van den roden zonnehoed'

Dat sommige geneesmiddelfabrikanten het belang van post-marketing surveillance niet geheel onderschrijven, mag blijken uit de reactie van Biohorma op een artikel in de Trouw van 30 juni 1999. Trouw haalt hier een publicatie uit het Geneesmiddelenbulletin van juli 1999 aan, waarin melding wordt gemaakt van allergische reacties na gebruik van echinacea-preparaten. Het Geneesmiddelenbulletin baseerde haar publicatie op meldingen van het Australische bureau voor bijwerkingen.

Onmiddellijk na publicatie in Trouw heeft Biohorma een persbericht en een brief aan alle apothekers verstuurd waarin men stelt dat de vermoedelijke bijwerkingen ten onrechte aan Echinaforce® van Vogel worden toegeschreven. Vreemd, aangezien Echinaforce® volgens de samenstellingslijst wel degelijk Echinacea purpurea oertinctuur bevat en dus een echinacea-preparaat is. Kennelijk is het voor een fabrikant van homeopatische geneesmiddelen in Nederland nog steeds mogelijk om de zin in de bijsluiter 'van dit middel zijn geen bijwerkingen bekend' te handhaven door gemelde bijwerkingen simpelweg te ontkennen.

Vervolgens reageert Biohorma zeer fel op de bewering van Trouw dat Echinaforce® niet zou werken. Men haalt de resultaten van een recent gepubliceerd Zweeds onderzoek aan, waaruit zou zijn gebleken dat Echinaforce® effectief is bij de behandeling van griep- en acute verkoudheid. Door schade en schande wijs geworden, hebben we geleerd dat we nooit zomaar op een glossy promotiefolder van de industrie moeten vertrouwen. Daarom het Zweedse onderzoekje zelf maar eens opgezocht, en wat blijktŠ de auteurs concluderen dat Echinaforce® een goed verdraagbaar alternatief is voor de standaard symptoombestrijders bij de acute behandeling van verkoudheid. Over griep wordt niet gesproken, evenmin als over stimulatie van het immuunsysteem en ontstekingsremmende werking. Hebben we hier te maken met interpretatieverschillen of gewoon klinkklare leugens? Uiteraard is iedere geneesmiddelfabrikant vrij om de middelen die men produceert op een zo positief mogelijke manier onder de aandacht te brengen. Dat men echter om die reden wetenschappelijke gegevens gaat ontkennen en verdraaien, vinden wij te veel ver gaan.

Literatuur: Trouw, 30 juni 1999.

Geneesm Bul 1999;33:79.

Persbericht Biohorma.

Productinformatiefolder Echinaforce® .

Phytomedicine 1999;6:1-6.


 

Viagra® for girls!!!

Is Tatjana Simic ook bij u reeds de apotheek binnengefladderd? De blonde Flodder-dochter uit de gelijknamige film, prijst een wel heel bijzonder product aan. Standby Vital® 'for ladies only'; de naam van deze wonderpil zal menige (vrouwelijke) cliënt als muziek in de oren klinken. Geen antidepressivum, potentie- of afslankpil is meer nodig. Zelfs hart- en vaatziekten worden met Standby Vital® bestreden. Standby Vital® heeft een sterk opvrolijkende werking, geeft uw cliënt een energiestoot tot meer dan 50% boven de normale waarde en stimuleert bovendien de erotische gevoelens en de erogene zones. Het enige nadeel van dit middel is het gewichtsverlies dat het kan veroorzaken. Maar ach, wat maakt dat uit, dun is toch immers de mode en bovendien beter voor de gezondheid. Mevrouw Borst, de gezondheidszorg wordt nog eens goedkoop met zulke universele geneesmiddelen.

Bron: Productinformatie Standby Vital®.


 

Osteoporose, vitamine D en hormoonsuppletie?

Waar de NHG-Standaard Osteoporose geen plaats ziet voor het gebruik van vitamine D zijn onze oosterburen van mening dat dit wel degelijk zin heeft bij patiënten bij wie aanvulling noodzakelijk is. In het uiterst kritische Arzneitelegramm wordt de plaats van diverse middelen bij de behandeling en preventie van osteoporose besproken. Waar de NHG-standaard geen plaats ziet voor hormoonsuppletie, zien zij voor deze middelen nog wel een plaats mits daarbij voor- en nadelen goed worden afgewogen.

In geval van primaire preventie zien ook de Duitsers geen plaats voor bisfosfonaten. Bij de behandeling van osteoporose geven zij, in tegenstelling tot de NHG, de voorkeur aan etidronaat boven alendronaat vanwege de grote kans op oesophagitis.

Dat er verschillend gedacht wordt over de behandeling van osteoporose wordt hiermee nog eens onderstreept.

Literatuur: Arzneitelegramm 1999; 5:51-53.


 

Knoflook vermindert artherosclerose

Uit een vier jaar durend Duits onderzoek is gebleken dat de consumptie van knoflook de vorming van plaque in de slagaders kan verminderen. 280 proefpersonen kregen gedurende de onderzoeksperiode 900 mg knoflookpoeder per dag of placebo. De omvang van de plaque werd gemeten met een ultrasone methode. Bij de mannelijke deelnemers die placebo kregen, nam de plaque gemiddeld met 5,5% toe, terwijl de toename bij de mannen die knoflookpoeder kregen slechts 1,1% was. Bij de vrouwelijke proefpersonen was het verschil minder groot, 5,4% in de placebogroep tegen 4,6% in de knoflookgroep.

Het werkingsmechanisme van knoflook is niet bekend, maar heeft waarschijnlijk evenals bij aspirine te maken met remming van de trombocytenaggregatie. Uit het onderzoek werd niet duidelijk of vermindering van de groei van de plaque ook een vermindering van het risico op hart- en vaatziekten inhield. Evenmin werd onderzocht wat het effect van 900 mg knoflookpoeder per dag op het sociale leven van de proefpersonen was.
 

Qvar

 

Bent u ook al gebeld door die aardige juffrouw van de firma 3M Pharma die naar uw mening over de introductie van Qvar vroeg? Een typisch voorbeeld van hoe je met zeer suggestieve vraagstelling altijd een positief oordeel over een preparaat kunt genereren. Helaas werd er niet gevraagd naar onze mening over de bijbetalingsregeling die er aan het product gekoppeld is. Op onze vraag waarom dit buiten beschouwing werd gelaten, moest de aardige juf ons het antwoord helaas schuldig blijven. Wanneer we hierover vragen hadden, moesten we die maar stellen aan de rayonmanager die ze langs zou sturen. Laat ze maar komen, maar onze mening staat al vast: voor een preparaat zonder aangetoond klinisch voordeel ten opzichte van bestaande preparaten is er geen reden om de patiënt bij te laten betalen. Bovendien is de zoveelste bijbetalingsregeling die er wordt getroffen absoluut ongewenst. Ons advies luidt derhalve: afraden!!

 


 

Actueel

Abortuspil

 

Binnen enkele weken wordt ook in Nederland de abortuspil op de markt gebracht. Deze pil, die het antiprogestageen mifepriston bevat, zal alleen mogen worden voorgeschreven in abortusklinieken en ziekenhuizen die de bevoegdheid hebben om abortussen uit te voeren. Zoals te verwachten viel, is er veel verdeeldheid over de behoefte aan een dergelijke pil. Onder druk van de Amerikaanse anti-abortusbeweging heeft de firma Hoechst zelfs besloten de eigendomsrechten op het middel te verkopen. In Europa is het met name het Vaticaan dat van zich doet spreken. De pil wordt met chemische oorlogsvoering vergeleken. De Duitse aartsbisschop Meisner sprak van georganiseerde moord.

Introductie van de abortuspil betekent niet dat het plegen van een abortus gemakkelijker wordt gemaakt. Bij het voorschrijven van het middel moeten artsen zich evenals bij andere vormen van abortus houden aan de Wet Afbreking Zwangerschappen. Het middel zal vooralsnog niet worden vergoed door het ziekenfonds.
 

Astemizol exit

 

We maken het niet vaak mee dat geneesmiddelfabrikanten voldoende kritisch naar zichzelf en hun producten kijken, maar af en toe worden we er toch positief door verrast. Zo besloot Janssen Pharmaceutica haar antihistaminicum astemizol (Hismanal®) van de markt te halen, omdat het middel onvoldoende veilig is in vergelijking met andere antihistaminica. Astemizol lijkt veel op terfenadine en beide geneesmiddelen worden reeds langer in verband gebracht met levensbedreigende cardiale bijwerkingen. Terfenadine werd in januari 1997 al van de Amerikaanse markt gehaald. De stap van Janssen om Hismanal® vrijwillig terug te trekken wordt door de FDA ondersteund.