De kanttekeningen

Dat is Service

WEETNIETBegin november ontvingen alle Kring Apotheken een persoonlijke brief van de directie van Service Apotheek. Hierin werden de overeenkomsten die de Kring- en de Service-formule hebben nog eens vermeld: samen farmaceutische patiëntenzorg leveren, samen kwaliteit leveren, samen dit, samen dat... Met name het ondersteunen van de zelfstandig gevestigd apotheker werd in de brief keer op keer benadrukt. In de laatste alinea van de vreemde brief wordt de Kring-apotheker uitgenodigd voor een visiebijeenkomst van Service Apotheek. Als extra Service is er zelfs een ingevuld inschrijfformulier toegevoegd.

Wat schuilt er achter deze actie? Heeft de Service Apotheek zoveel belangstelling voor de visie en de mening van de Kring-apothekers? Het lijkt ons eerder een ordinair schot onder andermans duiven. De timing van de brief is perfect gekozen, juist op het moment dat opschudding ontstaan is binnen Kring over de wens van Alliance Unichem om de binding tussen Kring en groothandel Interpharm weer te verstevigen. Niet voor niets wordt de term zelfstandig zo vaak gebezigd in het schrijven. Ook zinsneden als '...dus niet aangestuurd door belangen van derden..' en 'onafhankelijkheid en zelfstandigheid zijn waarborgen hiervoor' lijken zeer zorgvuldig gekozen. Ongetwijfeld zullen er Kring-apothekers zijn die deze hernieuwde band met Interpharm niet zien zitten en overwegen hun relatie met Kring te beëindigen, mochten de plannen van Alliance Unichem doorgaan.

De keuze voor een apotheekformule wordt over het algemeen na zorgvuldige afweging gemaakt. Ook bij het afscheid nemen van een formule gaan de meeste apothekers niet over één nacht ijs. De actie van Service Apotheek is een ordinaire poging tot zieltjespikkerij. Slechts de minst overtuigde Kring-leden zullen zich laten verleiden door de uitnodiging van Service Apotheek. Het is maar de vraag of Kring rouwig moet zijn om het verlies van dergelijke leden.
 

Achterstand bij beoordeling homeopathiedossiers

 

Zoals bekend dienen homeopatische geneesmiddelen voor 1 januari te worden geregistreerd als geneesmiddel door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen. De fabrikant die een homeopatisch geneesmiddel wenst te laten registreren heeft de plicht hiervoor een registratiedossier in te leveren. Het CBG moet dit dossier wettelijk binnen zeven maanden (210 dagen) beoordelen. Onlangs is bij VSM Geneesmiddelen opschudding ontstaan door een uitspraak van de heer Van Galen van het CBG. Deze meldde in een interview met het NRC Handelsblad dat er op 1 januari aanstaande waarschijnlijk zo'n vierhonderd homeopatische middelen (tijdelijk) van de markt moeten worden gehaald, omdat ze niet op tijd zijn geregistreerd.

VSM is verbaasd en woedend over deze uitspraken. Het bedrijf zegt in mei van dit jaar vijftig dossiers te hebben ingeleverd bij het College. De geneesmiddelen waarop deze dossiers betrekking hebben zijn samen goed voor 85% van de omzet van VSM. Als het CBG zich aan de wettelijke termijnen houdt, dienen deze dossiers voor eind december - dus op tijd - te zijn beoordeeld. Het kan niet zo zijn dat er homeopatische middelen uit de schappen worden gehaald, omdat het CBG de dossiers niet op tijd kan beoordelen, aldus de algemeen directeur van VSM.

Zou het zo zijn dat de beoordeling van de werkzaamheid van homeopathica net zo lang op zich laat wachten als de werking van deze middelen zelf, of heeft het College behoefte aan een sterkwerkende D30-potentie van een adequaat medicijn tegen homeo-apathie?

 


 

Actueel

Infliximab verergert hartfalen

 

PAS OP!Het in 1999 geregistreerde geneesmiddel infliximab (Remicade®) is een monoklonaal antilichaam dat werkt als TNF-alfa-antagonist. Het middel is geregistreerd voor de behandeling van ernstige vormen van de ziekte van Crohn en voor actieve reumatoïde arthritis. Recent is infliximab onderzocht op effectiviteit bij patiënten met chronisch hartfalen (NYHA klasse III-IV).

In deze zes weken durende studie werd een hogere incidentie gevonden van mortaliteit en van ziekenhuisopnamen ten gevolge van verergering van hartfalen bij de groep patiënten die behandeld werd met infliximab, vergeleken met placebo. zeven van de 101 patiënten die in de studie infliximab kregen overleden, terwijl in de placebogroep geen van de 49 patiënten overleed. Het achterliggende pathologische mechanisme voor deze bijwerking is onbekend.

In verband met de ernst van de bevindingen heeft de Europese registratieautoriteit EMEA de volgende voorzorgen aanbevolen. Behandelaren moeten geen behandeling met infliximab beginnen bij patiënten met chronisch hartfalen, bij patiënten die worden behandeld met infliximab en waarbij bestaand hartfalen verergert moet de behandeling worden gestaakt, bij patiënten met stabiel chronisch hartfalen moet de behandeling met infliximab worden heroverwogen.

Het is niet bekend of andere TNF-± antagonisten, zoals entanercept, dezelfde bijwerking bij patiënten met hartfalen hebben. Tot hierover meer duidelijkheid is, lijkt voorzichtigheid ook bij andere middelen op zijn plaats.

Bron: EMEA public statement on infliximab (Remicade®). London, 24 okt 2001.


 

Gelezen

Bètablokkers ook werkzaam bij brandwonden

Bij ernstige brandwonden veroorzaakt een door catecholaminen gemedieerde hypermetabole reactie een verhoogd energiegebruik en afbraak van spierweefsel. Het blokkeren van de werking van de veroorzakers van deze reactie door middel van ß-blokkers zou dus theoretisch kunnen leiden tot een verminderde schade en een versneld herstel van ernstige brandwonden.

Vijfentwintig kinderen met acute en ernstige brandwonden (meer dan 40% van het lichaamsoppervlak) werden ingesloten in een klinisch onderzoek. Dertien van hen ontvingen propranolol gedurende minimaal twee weken. De andere twaalf dienden als controle. De dosering van propranolol werd individueel ingesteld waarbij een verlaging van de hartfrequentie met tenminste 20% ten opzichte van baseline moest worden bereikt.

Toediening van propranolol leidde tot een significante verlaging van het energieverbruik in rust, zowel ten opzichte van baseline, als ten opzichte van de controlegroep. Het eiwitgehalte in de spieren steeg significant ten opzichte van baseline, terwijl dit in de controlegroep zelfs verder daalde.

De onderzoekers concludeerden dat propranolol bij brandwondslachtoffertjes het reactieve hypermetabolisme vermindert en tevens het spiereiwit-katabolisme omkeert naar opbouw van nieuw weefsel. Waarom in deze studie gekozen is voor propranolol, en of andere ß-blokkers ook werkzaam zijn is niet bekend.

Bron: NEJM 2001;345:1223-1229.