gelezen

Minder cardiovasculaire complicaties door het gebruik van methotrexaat bij patiënten met reumatoïde arthritis

Er zijn reeds verschillende onderzoeken gedaan naar het effect op de morbiditeit van de geneesmiddelen die worden ingezet bij reuma, de zogenoemde DMARD's (disease-modifying antirheumatic drug). Er is echter minder bekend over het effect van deze middelen op de mortaliteit.

Onlangs verscheen in de Lancet van Choi e.a. een prospectief onderzoek onder 1240 patiënten met het doel het effect van methotrexaat op de mortaliteit bij reuma-patiënten te meten. In de groep die werd behandeld met methotrexaat werd een reductie van de sterfte ten gevolge van cardiovasculaire complicaties van 70% gevonden. Andere conventionele DMARD's hadden geen significant effect op de mortaliteit.

Deze positieve cardiovasculaire effecten van methotrexaat zouden het resultaat kunnen zijn van verbeterde mobiliteit van de patiënten en van een afname van de systemische ontsteking. De auteurs stellen dat dit positieve overlevingspercentage van methotrexaat in de toekomst als standaard moet gaan dienen, waarmee nieuwe antirheumatica vergeleken dienen te worden.

Bron: Lancet 2002;359:1173-1177.


 

Niet alleen maar voordelen voor de selectieve COX-2 remmers

Aangezien is gebleken dat de 'klassieke' NSAID's vaak toxisch zijn voor de maag, zijn de zogenoemde selectieve COX-2 remmers als rofecoxib en celecoxib ontwikkeld.

De pijnstillende en ontstekingsremmende werking van de NSAID's zou voornamelijk toe te schrijven zijn aan remming van het enzym cyclo-oxygenase 2 (COX-2).

Aangenomen wordt dat de toxiciteit van de NSAID's verband houdt met remming van het enzym COX-1, dat zich in het slijmvlies van de maag bevindt.

Zoals uit een in JAMA gepubliceerde analyse van resultaten van verschillende onderzoeken (onder andere VIGOR en CLASS) onder circa 18.000 patiënten blijkt, remmen de selectieve COX-2 remmers naast de productie van COX-2 ook de productie van het vasodilatoire en bloedplaatjesaggregatieremmende prostacycline. Hierdoor werkt het gebruik van deze middelen niet alleen ontstekingsremmend, maar kan het ook leiden tot verhoogde trombinevorming met een infarct tot gevolg.

De VIGOR-studie liet zien, dat het risico van cardiovasculaire complicaties 2,38 maal zo groot is na het gebruik van rofecoxib ten opzichte van naproxen. In de CLASS-studie kon geen significant verschil worden aangetoond in het aantal cardiovasculaire complicaties na gebruik van celecoxib en de overige NSAID's. De uit de VIGOR- en CLASS-studie op jaarbasis berekende myocardinfarctcijfers bleken voor de rofecoxib- en de celcoxibgroep significant hoger te zijn dan voor de placebogroep van een meta-analyse onder 23.407 patiënten in primaire preventiestudies.

Verder onderzoek zal nodig zijn om het nut van deze middelen goed af te kunnen wegen tegen het risico op cardiovasculaire complicaties.

Bron: JAMA 2001;286:954-959.


 

Behandeling maagzweer in toekomst moeizamer?

Het feit dat de Wereldgezondheidsorganisatie de Helicobacter Pylori als eerste carcinogene bacterie heeft geclassificeerd, benadrukt nog eens het belang van behandeling van gastritis en peptische zweren met antibiotica.

Een medewerker van het Duitse Robert Koch Institut stelt dat door de veelal 'blinde' behandeling van maagzweren er in toenemende mate resistentie van de verantwoordelijke bacterie, de Helicobacter Pylori, voor geneesmiddelen optreedt.

Aangezien slechts weinig geneesmiddelen werkzaam zijn in het zure milieu van de maag, is deze toename van resistentie voor de verschillende antibiotica die gebruikt worden voor de eradicatie van de H. Pylori zeker een problematische ontwikkeling.

Bron: Ned Tijdschr Geneesk 2002;146:581.