De kanttekeningen

Onrust over hormoonpreparaten

Sinds uit Brits onderzoek blijkt dat hormoonsubstitutie tijdens en na de overgang de kans op borstkanker sterk verhoogt, is het onrustig. Het College van Zorgverzekeraars schat dat in Nederland 166.000 vrouwen een verhoogd risico op borstkanker hebben, omdat zij de hormonen langer dan een jaar slikken. De paniek onder gebruiksters is flink toegeslagen. Consulenten van Care for Women kregen in augustus 15.000 telefoontjes te verwerken van vrouwen die hormoonpreparaten slikken.

Care for Women is kritisch door te stellen dat 'het schokkend is dat driekwart van de gebruikers in Nederland het middel te lang slikt. Terwijl men er in ons land altijd zo trots op is dat door behoudend voorschrijfgedra g relatief weinig vrouwen de overgangspillen gebruiken, maar dat de gebruiksduur ondertussen op grote schaal wordt overschreden'.

Oplossingen worden gezocht in het aanbrengen van een waarschuwing op de verpakking van hormoonpillen. 'Net als bij veel andere medicijnen is de controle op de herhalingsrecepten slecht. En er moet grondig onderzoek gedaan worden voordat fabrikanten toestemming krijgen dit soort medicijnen op de markt te brengen.' Het woord apotheek vált niet eens. En dat terwijl de apotheek niet alleen de populatie gebruiksters goed in kaart kan brengen en er met hen gepraat kan worden over de ontstane onrust, ook zijn apotheken in de positie om samen met de huisartsen beleid te maken voor de controle op het gebruik van de hormoonvervangingstherapie. Misschien kunnen we daar beter tijd in steken dan in het innen van een medicijnknaak!
 

Drink minder melk

Melk is goed voor elk, dacht men vroeger. De inzichten zijn veranderd. Tien procent van de Nederlanders verdraagt melk niet, wereldwijd wordt zelfs zeventig procent van de mensen er beroerd van.

 

Met de Scandinavische landen, Groot-Brittannië, België en Duitsland, behoort Nederland tot de landen waar lactose-intolerantie het minst voorkomt: het percentage autochtonen dat slecht reageert op melk, wordt bij ons geschat op 4,5 procent. Voor de totale Nederlandse bevolking ligt dat tegenwoordig op tien procent. Volgens Amerikaans onderzoek heeft lactose-intolerantie niets met ras of huidskleur te maken, maar is het genetisch bepaald. Pakweg tienduizend jaar geleden raakte in Noord- en West-Europa melk drinken om onduidelijke redenen in zwang. Door de eeuwen heen is dat zo gebleven, waardoor de lactaseaanmaak bij de meeste Noord- en Westeuropeanen tot op de dag van vandaag hoog is. Onze gewoonte om veel melk te drinken heeft er ook toe bijdragen dat onze pubers de langsten van de wereld zijn. Maar de vraag is of dat alleen maar positief is. In Finland werd enkele jaren geleden campagne gevoerd om de melkconsumptie te beperken, omdat het allerlei allergische klachten zou geven. In het Algemeen Dagblad van 5 september 2003 wordt geadviseerd dat voor volwassenen drie glazen per dag aan de hoge kant is. In de groeiperiode heeft melk beslist positieve gezondheidseffecten, althans voor jongeren met een Noord- of West-Europese achtergrond. Maar ook dan geldt: overdaad schaadt. Alles waar té voor staat, is niet goed; dat blijkt ook hier maar weer.

Richtlijnen voor een lactosevrij dieet en een lijst van lactosevrije merkartikelen zijn verkrijgbaar bij het Voorlichtingsbureau voor Voeding.