Gelezen
Immunomodulatory drugs voor de behandeling van de ziekte van Kahler
In Nederland wordt jaarlijks zevenhonderd keer de diagnose ziekte van Kahler vast gesteld. De ziekte van Kahler - ook wel multiple myeloom genoemd - is een kwaadaardige woekering van plasmacellen, in het bijzonder in het beenmerg. Voor de behandeling zijn nu de immunomodulatory drugs (IMiD's) thalidomide en lenalidomide beschikbaar. IMiD's hebben een rechtstreeks effect op het myeloom doordat ze de proliferatie van myeloomcellen remmen en apoptose in gang zetten. Daarnaast hebben ze effecten op het micromilieu in het beenmerg. Zo gaan ze vaatvernieuwing (angiogenese) tegen doordat ze de productie remmen van belangrijke groeifactoren zoals vasculair-endotheliale groeifactor (VEGF) en fibroblastgroeifactor (FGF). Ook belemmeren ze de interactie van myeloomcellen met stromacellen, waardoor deze minder groeifactoren voor de myeloomcellen produceren. Bovendien activeren IMiD's het immuunsysteem tegen de myeloomcellen. Thalidomide verbetert de tumorrespons, de progressievrije overleving en in sommige onderzoeken ook de totale overleving significant. Het is tegenwoordig dan ook een vast bestanddeel van de standaardbehandeling. Lenalidomide is een afgeleide van thalidomide. Het stimuleert het immuunsysteem veel sterker dan thalidomide, maar heeft een zwakker anti-angiogeen effect. In Nederland is het geregistreerd voor de behandeling van recidief myeloom en wordt daarbij vaak gecombineerd met dexamethason. Deze combinatie wordt ook toegepast wanneer er een recidief optreedt na een behandeling met thalidomide en bortezomib. Combinaties van lenalidomide zijn ook zeer effectief als eerstelijnsbehandeling. Op dit moment is lenalidomide voor dat doel echter nog niet geregistreerd. Het wachten is op een uitspraak van de European Medicines Agency (EMA). Op het gebied van bijwerkingen bestaan er grote verschillen. Thalidomide geeft nauwelijks beenmergsuppressie, maar wel perifere neuropathie die soms invaliderend en vaak blijvend is. Tevens veroorzaakt thalidomide slaperigheid en obstipatie. Lenalidomide daarentegen geeft nauwelijks perifere neuropathie, maar wel beenmergsuppressie. Neutropenie kan weer leiden tot infecties, trombopenie kan leiden tot bloedingen. Bij lenalidomide dient de dosering altijd aangepast te worden bij nierfalen; bij thalidomide is dit niet nodig. Wanneer thalidomide of lenalidomide in combinatie met dexamethason gegeven wordt, moet ook ascal of - bij hoogrisicopatiënten - laagmoleculaire heparine voorgeschreven worden als tromboseprofylaxe.
Bron: Huisarts en Wetenschap 2011;54(juli):375-379.
Atacand effectiever bij hartfalen dan cozaar
Angiotensine 2-receptorblokkers verminderen de cardiovasculaire mortaliteit alsmede ziekenhuisopnamen bij hartfalen met verminderde linkerventrikelejectiefractie. De A2-antagonisten zijn in studies vaak vergeleken met placebo of ACE-remmers, maar nog niet onderling. In een Zweeds onderzoek zijn atacand en cozaar met elkaar vergeleken. Zweden heeft een nationaal registratiesysteem voor hartfalen: RiksSvikt. Van 2000 tot 2009 zijn hierbij 30.254 patiënten geregistreerd in 62 ziekenhuizen en 60 poliklinieken. Een totaal van 5139 patiënten (gemiddelde leeftijd 74 jaar, waarvan 39% vrouw) werd behandeld met atacand (n=2639) of cozaar (n=2500). Overleving na een jaar was 90% (95% BI 89-91) voor patiënten die atacand, en 83% (95% BI 81-84) voor patiënten die cozaar kregen. De vijfjaarsoverleving was respectievelijk 61% (95% BI 54-68) en 44% (95% BI 41-48). De hazard ratio voor sterfte voor cozaar ten opzichte van atacand was 1,43 (95% BI 1,23-1,65; p=0,001). Zwakke punten zijn dat deze studie niet is gerandomiseerd, daarnaast is niet duidelijk wat in eerste instantie de indicatie van de A2-antagonist is geweest. Was dit pas bij de eerste verschijnselen van hartfalen of al voor hypertensie of diabetes? Sterk punt is dat er geen strikte inclusie- en exclusiecriteria zijn, zodat de generaliseerbaarheid naar diverse patiëntengroepen betrouwbaarder is. Geconcludeerd kan worden dat het gebruik van atacand vergeleken met cozaar geassocieerd kan worden met een lager sterfterisico.
Bron: Eklind-Cervenka M et al. Lund association of candesartan vs losartan with all-cause mortality in patients with heart failure. JAMA 2011:305:175-182.